Advocaat mr. Wim Anker is columnist voor het tijdschrift Middelpunt. Dit blad verschijnt maandelijks huis aan huis in Midden Fryslân.
In de aflevering van maart 2014 is onderstaande column gepubliceerd. Klik hier voor de volledige editie.
“In de herfst van 2013 speelde zich een drama af in een riante villa in een klein dorp onder de rook van Utrecht. De 83-jarige Henk K. doodde op een zaterdagochtend zijn 86-jarige partner na een huwelijk van bijna 60 jaren. Zijn echtgenote leed al geruime tijd aan de ziekte van Parkinson, terwijl de ziekte van Alzheimer steeds ernstiger vormen aannam. Het leven van Henk K. stond volledig in het teken van verzorging van zijn echtgenote. Met name ’s nachts had zijn echtgenote last van hevige benauwdheid en van tremors. Hij stond er ’s nachts alleen voor en dit trok een zware wissel op zijn fysieke en mentale gesteldheid.
Al wekenlang sliep hij niet of nauwelijks. Hij was totaal op, dodelijk vermoeid, de emmer liep over. Op die bewuste zaterdagochtend heeft hij zijn echtgenote met zijn handen en vervolgens met zijn broekriem gewurgd.Onmiddellijk hierna belde hij 112.
De verslagenheid binnen de familie K. en de kleine dorpsgemeenschap was enorm. De drie zoons van het echtpaar verloren totaal onverwacht hun moeder, terwijl zij hun vader, die verantwoordelijk was voor haar dood, slechts konden ontmoeten op het politiebureau en later in de gevangenis te Nieuwegein.
Op 30 januari 2014 vond de eerste openbare behandeling plaats in de rechtbank te Utrecht. De spanning was al voelbaar in de hal van de rechtbank. Tientallen mensen hadden zich verzameld.
Normaal gesproken, bij zaken in de sfeer van moord en doodslag, zitten de familieleden van het slachtoffer ver verwijderd van de familieleden van de verdachte. Nu was alles anders. Iedereen zat bij elkaar: familieleden, buren, kennissen en vrienden. De emoties liepen hoog op toen Henk K. door twee parketwachten vanuit het cellencomplex onder de rechtbank de zittingszaal werd binnengeleid. Aangeslagen nam hij plaats op de verdachtenstoel.
De officier van justitie oordeelde dat er sprake was van moord (doden met voorbedachte rade) en toonde weinig mededogen met de verdachte.
Als advocaat heb ik bepleit dat er sprake was van doden in een opwelling (doodslag) en dat er sprake was van zeer specifieke omstandigheden.
Henk K. was een overbelaste mantelzorger. Hij handelde uit mededogen en kwam in de gevangenis niet aan het rouwproces toe. Bovendien leidde zijn doofheid tot een detentie binnen de detentie.
De rechtbank trok zich terug en na 45 zeer spannende minuten nam de voorzitter het woord: “Meneer K., ik heb goed nieuws voor u, u mag morgen te 9.30 uur naar huis”!.
Hierna volgden zeer emotionele taferelen. Er vloeiden vele tranen op de publieke tribune en Henk K. werd door al zijn naasten omhelsd en gelukgewenst. Een tafereel om nooit te vergeten.
Wordt vervolgd op 10 juli 2014 in de rechtbank te Utrecht.”