De 64-jarige Doede de Jong uit Appelscha is door de rechtbank in Leeuwarden veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van drie jaren. Volgens de rechters is bewezen dat hij in 2010 en in 2011 hennep heeft gekweekt. Op zichzelf stond die kwekerij ook niet ter discussie. Sterker nog, De Jong is een principiële biologische wietkweker. Hij is een hartstochtelijk pleitbezorger van legalisering van de hennepteelt en komt er voor uit dat hij hennep heeft geteeld. Hij heeft meegewerkt aan diverse documentaires, zoals de film ‘Nederwiet the movie’ welke in 2011 door de NCRV is uitgezonden en de documentaire ‘Fryske himp’ die eind 2013 door Omrop Fryslân is uitgezonden. Volgens De Jong zet hij zich juist in voor de volksgezondheid door biologisch wiet te telen.
De rechtbank verwierp de verweren van raadsman mr. Tjalling van der Goot. In de visie van de rechtbank is er geen reden om aan te nemen dat het OM niet tot vervolging mocht overgaan. En ondanks de forse overschrijding van de redelijke termijn voor berechting is er evenzeer geen reden om het OM om die reden niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft voorts overwogen dat de ideologische motieven van De Jong hem niet minder strafbaar maken. De rechters stellen weliswaar oog te hebben voor het inconsistente en wankelmoedige hennepbeleid, doch het ligt niet op de weg van de strafrechters om dit beleid te veranderen. Omdat De Jong zonder noodzaak hennep heeft geteeld en zich aldus in de positie van verdachte heeft gemanoeuvreerd, is er geen reden om – zoals bepleit – geen straf op te leggen. De rechters stellen de voor dergelijke kwekerijen normaliter op te leggen straf te hebben gematigd vanwege de lange duur van het proces en het feit dat geen sprake was van brandgevaar of diefstal van stroom. Anderzijds houdt de rechtbank rekening met het feit dat cliënt eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld.
Naast de straf is aan de Jong ook een verplichting opgelegd om uit de hennepteelt verkregen voordeel terug te betalen. Hoewel volgens de rechtbank de onderbouwing van de vordering door het OM onjuist was (te weten 7 oogsten per jaar zonder kunstlicht), en conform het pleidooi wordt uitgegaan van 1 oogst in 2009 van 298 planten, is daarmee een voordeel gegenereerd van € 233.282,--. Volgens de rechtbank is de gemiddelde opbrengst per plant 330 gram.
De verdediging is teleurgesteld over de uitspraak. Het vonnis heeft cliënt op geen enkele wijze, zelfs niet met een overweging ten overvloede - verder geholpen in zijn strijd tegen het tweeslachtige hennepbeleid. Bovendien stelt cliënt dat het berekende voordeel volstrekt niet reëel te noemen is.
De verdediging overweegt hoger beroep in te stellen. De termijn binnen welke beroep kan worden ingesteld, bedraagt veertien dagen.