Advocaat mr. Wim Anker is columnist voor het tijdschrift Middelpunt. Dit blad verschijnt maandelijks huis aan huis in Midden Fryslân.
In de aflevering van eind mei 2014 is onderstaande column gepubliceerd. Klik hier voor de volledige editie.
"Jeugdige overmoed
In mijn vorige bijdrage beschreef ik de bijstand van ons kantoor aan een levenslang gestrafte. Het mooie in dit beroep is dat je op een dinsdag naar de PI in Vught rijdt om met deze verdachte de verdedigingsstrategie te bespreken, terwijl je de volgende dag op kantoor een jeugdige van 15 jaar ontvangt (met zijn ouders), die een politieambtenaar heeft beledigd.
Jeugdige verdachten die bij het plegen van een strafbaar feit tussen de 12 en 18 jaar zijn, verschijnen in Nederland voor de kinderrechter. Het jeugdstrafrecht kent specifieke procedureregels en heeft ook een eigen pakket aan straffen en maatregelen.
Zo vinden de strafzittingen plaats achter gesloten deuren, verschijnen ook de ouders of voogd ter terechtzitting en stelt de Raad voor de Kinderbescherming een rapport op over de jeugdige.
Eén van de uitgangspunten van het jeugdstrafrecht is dat minderjarigen zich nog niet volledig hebben ontwikkeld en dat zij om die reden niet dezelfde verantwoordelijkheid dragen als volwassenen. Doel van het jeugdstrafrecht is om achterstand of scheefgroei in de ontwikkeling, zich uitend in strafbaar gedrag, om te buigen. Het jeugdstrafrecht heeft daarom een sterk pedagogisch karakter en is daarom veel minder gericht op vergelding en bestraffing. Het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht brengt ook mee dat de strafrechtelijke reactie snel, doeltreffend en op maat moet zijn.
Ons kantoor behandelt tientallen jeugdstrafzaken per jaar.
Als jong advocaat maakte ik eens de beginnersfout door de jeugdige op kantoor uit te nodigen, gelijktijdig met zijn ouders. Dat liep niet erg soepel. De aan de jeugdige gestelde vragen werden steevast door één der ouders beantwoord. De jeugdige voelde zich ongemakkelijk en liet niet het achterste van zijn tong zien.
Vaak proberen wij te voorkomen dat de jeugdige naar de kinderrechter moet.
Het is namelijk voor jeugdigen van het grootste belang om geen strafblad te krijgen. Als de zaak bij de kinderrechter eindigt met een geldboete of een taakstraf dan kan dit voor de toekomst van de jeugdige grote gevolgen hebben. Het wordt dan uiterst lastig om later een stage te kunnen lopen of om werk te krijgen. Door een enkele “jeugdzonde” kan de toekomst er plotseling heel anders uitzien.
Enige weken geleden bleek dat weer eens duidelijk in de zaak van een 15-jarige jongen die, in de late uurtjes, een politieambtenaar had beledigd. In een overmoedige bui had hij de verbalisant uitgemaakt voor “sukkel”, “loser” en “klootzak”. Niet erg diplomatiek en de officier van justitie vervolgde de jongen voor belediging van een ambtenaar in functie.
Op kantoor vertelde de jeugdige, gesteund door zijn trotse ouders, dat hij een toekomst ambieerde bij Defensie. Een strafblad zou derhalve roet in het eten kunnen gooien.
Het lukte niet om via overleg met de officier van justitie de dagvaarding ingetrokken te krijgen. Resteerde dus de gang naar de kinderrechter. Tijdens die zitting heeft de verdediging aan de kinderrechter gevraagd om de zaak enige weken aan te houden. Ons voorstel was om een bemiddelingsgesprek te realiseren tussen de jeugdige en de beledigde politieambtenaar. Een vorm van conflictbemiddeling, mediation in het strafrecht. Een vrij nieuw fenomeen. De kinderrechter ging hierin mee.
Vervolgens hebben wij een gesprek geregeld tussen de beide personen. Opvallend was dat de verbalisant een zeer imponerende persoon bleek te zijn: meer dan twee meter lang, breed geschouderd en een zwaargewicht. De jeugdige kon zich niet (meer) voorstellen dat hij de minder vleiende woorden tegen déze persoon had geuit.
Uiteindelijk verliep het onderhoud heel positief. De jeugdige bood verontschuldigingen aan en de verbalisant gaf duidelijk aan hoe vervelend het is om tijdens je – vaak moeilijke – werk beledigingen te moeten slikken. Er werd een gezamenlijke verklaring opgesteld en die werd naar de rechtbank gestuurd.
Bij de volgende zitting was de kinderrechter erg enthousiast over het bereikte resultaat. Zij achtte belediging wel bewezen, maar besloot om geen straf op te leggen. De opluchting na de zitting was groot. De jeugdige was blij, maar dat gold nog in sterkere mate voor de beide ouders!
Gezamenlijk werd nog even nagezeten in een aanpalend café. De advocaat realiseerde zich (opnieuw) hoe mooi zijn beroep is: veel afwisseling, boeiende contacten met cliënten, veel reizen, altijd spanning rondom de zittingen en dikwijls emoties bij de verdachte.
In deze zaak gelukkig een positief slot. Dan is het dankbaar werk!"