Op zondag 21 september jl. is door Omrop Fryslân de maandelijkse (Friestalige) gesproken column van Tjalling van der Goot op de radio uitgezonden. Klik hier voor het beluisteren van deze column.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling:
Slaan wij niet wat door in onze reacties in zedenzaken? Of mag ik zo’n opmerking niet maken? Feit is dat zodra het over zedenzaken gaat, de diepste emoties in een mens loskomen. Als advocaat in dergelijke zaken merk je dat met enige regelmaat.
Kort geleden werd een trainer van een hockeyclub in Den Haag opgepakt omdat hij meisjes in een kleedruimte had gefilmd. Foute boel natuurlijk, laat daar geen enkel misverstand over bestaan. Op de tv reageren verschillende meisjes enigszins lacherig. Maar er waren ook reacties van derden met de strekking dat de verdachte zijn leven lang maar moest slijten in de gevangenis en dat de sleutel van zijn celdeur het liefst in de gracht moest worden gegooid. De emoties snap ik wel, maar deze man heeft – op basis van wat ik op dit moment weet – geen ontucht gepleegd, hij heeft beelden bekeken. Beelden die hij niet mocht maken. Fout, afkeurenswaardig, strafbaar, zeker, maar hoe dan ook van een minder grote ernst dan wanneer iemand zelf kinderen misbruikt. Die nuancering mis ik weleens.
Afgelopen week kwam het wetsvoorstel in het nieuws waarin het mogelijk wordt gemaakt om daders in zedenzaken een proeftijd op te leggen die steeds kan worden verlengd. Tot zelfs een leven lang. Een proeftijd hoort bij een voorwaardelijke straf. Indien de veroordeelde binnen de proeftijd een nieuw strafbaar feit pleegt of zich niet aan de bijzondere voorwaarde houdt, dan kan de voorwaardelijke straf worden omgezet in een onvoorwaardelijke celstraf. Zitten dus. Zo’n voorstel past in de gedachte van onze regering en van de meerderheid in de Tweede Kamer dat wij moeten streven naar 100% veiligheid. Een complete illusie.
Dit plan, met al zijn manco’s, is niet doordacht en lijkt meer voor de bühne.
In de eerste plaats is er vrijwel geen enkele dader in zedenzaken die in de toekomst, voordat hij een strafbaar feit pleegt, bedenkt dat hij nog een voorwaardelijke straf boven zijn hoofd heeft hangen en om die reden het geplande zedenfeit niet pleegt. Was het maar zo! Men kan en moet zich afvragen wat een levenslange proeftijd toevoegt als het om veiligheid gaat.
Daar komt bij dat de voorwaarden bij een proeftijd vaak de vrijheid beperken. Dat is tot op zekere hoogte prima zolang als de veroordeelde weet waar hij aan toe is. Maar dat is nu net het probleem. Volgens de laatste voorstellen kan om de twee jaar de proeftijd steeds worden verlengd. Een veroordeelde weet dus niet hoe lang zijn vrijheid zal worden beperkt. Dat komt in strijd met een belangrijk fundament in een rechtstaat, te weten de rechtszekerheid.
Het wordt een veroordeelde bovendien met een levenslang toezicht niet gemakkelijk gemaakt weer terug te keren in het gewone leven, met werk, een huis en een gezin.
En als nu uit onderzoek zou zijn gebleken dat een levenslange proeftijd nieuwe strafbare feiten kan voorkomen, dan zou ik daar vrede mee kunnen hebben. Maar de noodzaak ontbreekt volledig. In Den Haag wordt vaak eerst geschoten om daarna de roos te tekenen. Het heeft meer weg van symboolwetgeving. Dergelijke wetgeving bestaat helaas al teveel in het strafrecht.
De laatste jaren zijn er tal van nieuwe mogelijkheden in de wet opgenomen. Zo is de proeftijd na een TBS-maatregel van drie naar negen jaar gegaan, het arsenaal om voorwaarden op te leggen is uitgebreid, de automatische invrijheidsstelling na tweederde van de straf is veranderd in een invrijheidsstelling na tweederde van de straf met voorwaarden, enzovoort. Al deze maatregelen zijn nog niet eens geëvalueerd, of er ligt alweer een nieuw voorstel.
Ik laat mij graag overtuigen. Het is echt niet zo dat ik alle wetsvoorstellen wil afschieten. Ik sta open voor verbetering. En als de veiligheid kan worden verbeterd, prima. Maar zonder noodzaak, met enorme beperkingen van vrijheden en in de wetenschap dat 100% veiligheid nu eenmaal niet kan, kan ik mij niet laten overtuigen met dit voorstel.
Goed nadenken voordat een nieuwe wet wordt gelanceerd. Zo zou het moeten zijn. Het is helaas net andersom. Stoer praat verdringt rustig en zorgvuldig denken in Den Haag. Vele geschreeuw en weinig wol. U kunt nu wel raden wat ik hoop dat met dit nieuwe voorstel gebeurt.