Deze week publiceerde de Leeuwarder Courant een artikel over de nieuwe werkwijze van het Openbaar Ministerie. Het OM heeft aangekondigd meer zaken zelf af te willen doen door middel van strafbeschikkingen. Dat zijn straffen in lichtere en veelvoorkomende zaken. Door middel van een strafbeschikking kan geen gevangenisstraf worden opgelegd, wel een taakstraf of een geldboete. Volgens het OM komt daarmee meer zittingscapaciteit vrij voor de zwaardere delicten. Ook wordt daarmee tegemoet gekomen aan het nijpende cellentekort op dit moment.
Advocaat Tjalling van der Goot is door de krant gevraagd naar een reactie.
“Wij zijn op ons kantoor altijd kritisch geweest op strafbeschikkingen. Dat het OM verantwoordelijk is voor de opsporing, vervolging, berechting van strafbare feiten en de executie van de opgelegde straf is fundamenteel onjuist. Het OM is nu eenmaal niet gelijk te stellen aan de onafhankelijke rechter. Zowel qua bewijs als strafmaat kijkt een officier van justitie immers vaak anders tegen een zaak aan dan een rechter, meestal ten nadele van een verdachte. Dat zou pleiten voor juist een afname van strafbeschikkingen in plaats van de nu ingevoerde uitbreiding. Anderzijds zijn wij opportunist en kijken puur naar het belang van onze cliënt, de verdachte. Door het opleggen van een strafbeschikking kan een gang naar een terechtzitting worden voorkomen. Een verdachte heeft zelden baat bij een openbare behandeling van de zaak, met mogelijke negatieve reacties als gevolg van publiciteit tot gevolg. Bovendien kan een procedure met de nieuwe werkwijze nu sneller worden afgewikkeld dan bij een rechter. Snellere duidelijkheid over de afloop is in het belang van de verdachte, de aangever en het vertrouwen in de rechtstaat. Dat valt toe te juichen.
Daarnaast zet het OM met de Tijdelijke Instructie een punt achter de korte vrijheidsstraf, een straf korter dan zes maanden. Zo’n straf is contra-effectief, zo blijkt uit vele onderzoeken. Alleen als het OM meent dat een langere gevangenisstraf passend is, wordt tot dagvaarding overgegaan. Dat is winst. Het OM kan zelf geen vrijheidsstraf in de vorm van een strafbeschikking opleggen, maar regelt nu zelf dat ook ter zitting geen kortdurende gevangenisstraffen meer worden geëist maar wordt volstaan met 1 dag gevangenisstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf en/of een taakstraf. Ook sta ik achter het nieuwe beleid om het taakstrafverbod zoveel mogelijk buiten spel te zetten. Dat verbod is een ‘gedrocht’ in onze wet en beperkt maatwerk. Wellicht is dit de opmaat naar volledige afschaffing van dit verbod waar rechters, officieren en advocaten in de praktijk nauwelijks mee kunnen werken. Essentieel is dat als het OM een strafbeschikking overweegt op te leggen, rechtsbijstand verzekerd is. Een advocaat informeert en adviseert een verdachte over de gevolgen van een strafbeschikking en wijst hem op de mogelijkheid om verzet te doen zodat de onafhankelijke rechter alsnog een oordeel kan vellen. Het liefst zie ik als eis dat een strafbeschikking slechts mag worden opgelegd indien de verdachte zich laat bijstaan door een advocaat. Dat voorkomt onjuiste straffen.”