Het gerechtshof in Leeuwarden heeft op 19 december jl. een 56-jarige man uit Hellum integraal vrijgesproken van betrokkenheid bij een hennepkwekerij in Sappemeer. Ook een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van bijna 1,9 miljoen euro was daarmee van de baan. Eerder veroordeelde de rechtbank in Groningen onze cliënt nog tot een gevangenisstraf van 12 maanden en een terugbetaling van illegale winst van 1,9 miljoen euro. In hoger beroep nam Tjalling van der Goot de verdediging van de vorige advocaat over.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Cliënt had in 2015 een loods in Sappemeer gehuurd en compartimenten met toestemming van de verhuurder onderverhuurd aan diverse onderhuurders. In een van deze onderverhuurde ruimtes trof de politie in oktober 2017 bijna 7500 hennepstekken en 129 moederplanten aan. De onderhuurder van de betreffende ruimte verklaarde eerst bij de politie zelf verantwoordelijk te zijn, maar nadat hij door de politie geconfronteerd was met een mogelijke ontnemingsvordering van 1,9 miljoen euro schoof hij de schuld in de schoenen van cliënt. Het OM betoogde dat cliënt eigenaar was van deze kwekerij en moest opdraaien voor de terugbetaling van de winst. Volgens het OM was vanaf maart 2015 tot oktober 2017 continu geteeld.
Onze cliënt ontkent iets van de kwekerij te hebben geweten. Door de verdediging is op alle door de rechtbank als belastend geoordeelde bewijsmiddelen ‘geschoten’. Zo bleek er een erg hoge energierekening te zijn die past bij een kwekerij. Er was echter geen voor cliënt toegankelijke energiemeter waardoor hij geen zicht had op de eterstand. Bovendien stelt cliënt dat de rekening niet disproportioneel hoog was ten opzichte ven de werkzaamheden. Het hof acht die verklaring – in het licht van het dossier – aannemelijk.
Daarnaast is volgens de raadsman de belastende getuigenverklaring onbetrouwbaar. Zo verklaart deze getuige voordat hij de schuld op cliënt schuift, zeer gedetailleerd over de kwekerij. Dat past niet bij de ondergeschikte rol die hij volgens de getuige zelf heeft. Bovendien is de verklaring niet consistent en tegenstrijdig. Het hof neemt deze argumenten over in de uitspraak.
Voor cliënt is deze uitspraak een erg positief einde van jaren van onzekerheid. De zaak tegen de belastende medeverdachte moet nog worden berecht in hoger beroep.