Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid, mevr. Coenradi, heeft recent vragen van SP-Tweede Kamerlid Michiel van Nispen over de zelfmeldstatus beantwoord. Van Nispen stelde vragen naar aanleiding van een publicatie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden waarin Tjalling van der Goot twee zaken uit zijn praktijk vergeleek en de werkwijze van het CJIB willekeurig - voor zover het gaat om het al dan niet toekennen van de status van zelfmelder aan een veroordeelde - willekeurig noemde. Hij drong er op aan er op aan dat het CJIB vastomlijnde kaders hanteert bij de beoordeling of iemand wel of niet een zelfmelder is.
De vraag of een veroordeelde wel of geen zelfmelder is, is van groot belang. Niet alleen kan een zelfmelder voorbereidingen treffen voor een verblijf in een gevangenis en wordt hij - anders dan een niet-zelfmelder - niet onverwacht door de politie aangehouden, ook het regime in een penitentiaire inrichting in voor een zelfmelder soepeler.
De antwoorden van de staatssecretaris zijn volgens Van der Goot ronduit teleurstellend. De staatssecretaris verwijst naar de bestaande regelgeving. “Naast enkele harde uitsluitingsgronden wordt op basis van een aantal contra-indicaties besloten om wel of geen zelfmeldstatus toe te kennen. Onder andere kijkt het CJIB dan naar de aard en de ernst van de vrijheidsbenemende sanctie en de mate waarin de rechtsorde door het strafbare feit is geschokt. Op basis van artikel 6:1:3 Sv worden de belangen van slachtoffers en nabestaanden nadrukkelijk betrokken in de afweging. De beoordeling van wel of geen zelfmeldstatus toekennen is persoonsgericht. Daardoor kunnen beoordelingen niet enkel op basis van strafduur met elkaar vergeleken worden. (…) Elke zaak kent zijn eigen samenstel van feiten en omstandigheden. Dat leidt tot een individuele beoordeling, waarbij de uniformiteit in het toepassen van de regelgeving wordt bevorderd door een interne monitoring op de beoordelingen.”
Klik hier voor de volledige antwoorden van de staatssecretaris.
Met de huidige uitleg blijft volstrekt ondoorzichtig wanneer en waarom het CJIB wel of geen zelfmeldstatus toekent. Dit levert een gevaar op dat die afweging afhankelijk is van welke persoon bij het CJIB de beslissing neemt. Aldus wordt willekeurig handelen door de overheid volgens Van der Goot bewust gehandhaafd.