De politierechter in Leeuwarden heeft vrijdag jl. twee cliënten vrijgesproken van een openlijke geweldpleging.
Een avond op stap in Franeker in januari 2024 liep uit op geweld nadat de latere aangever een wedstrijd armpje drukken had verloren. Onze cliënten, twee vrienden van elkaar, hadden een allebei een rol binnen het geweld.
Onze cliënten kwamen de latere aangever tegen in een café in Franeker. Het is niet duidelijk wat zich daar precies heeft afgespeeld. Wel waren camerabeelden beschikbaar van het moment dat de mannen het café verlieten. Daaruit bleek dat onze cliënten achter het slachtoffer aan liepen. Op de Spaarbankstraat draaide het latere slachtoffer zich om en liep met een grote stok op de twee jongens toe. Hij haalde vervolgens uit naar één van onze cliënten. Als reactie sloeg deze cliënt het slachtoffer meerdere keren. Hij heeft dit toegegeven bij de politie. De andere cliënt stelde enkel de ruzie te hebben willen sussen. Verschillende getuigen hadden echter verklaard dat deze cliënt mee zou hebben gedaan met het geweld. De camerabeelden hebben enkel het moment met de stok vastgelegd.
Om erachter te komen wat zich daarna precies heeft voorgedaan, was de rechter afhankelijk van verklaringen. Het staat vast dat het slachtoffer letsel heeft opgelopen waarvoor hij behandeld moest worden in het ziekenhuis.
De raadslieden Jessica Versluis en Inge Roukema stelden – kort gezegd - dat de getuigenverklaringen onbetrouwbaar waren. Niet alleen omdat de betrokkenen onder invloed waren, maar ook omdat de verklaringen op belangrijke onderdelen niet overeenkwamen. Voor onze cliënt die toegaf wel geslagen te hebben, gold volgens de verdediging ook dat hij dit niet in samenwerking met de andere man heeft gedaan. Dat laatste is vereist om openlijk geweld bewezen te verklaren, dit strafbaar feit kan volgens de wet alleen ‘in vereniging’ gepleegd worden.
De officier van justitie achtte de getuigenverklaringen wel betrouwbaar en vond dat onze cliënten zich wel schuldig hadden gemaakt aan openlijke geweldpleging. Hij eiste voor één van onze cliënten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden. Onze andere cliënt hoorde een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf tegen hem geëist worden.
De rechtbank volgde de verdediging en sprake beide mannen vrij van openlijke geweldpleging.
Betrokkenheid bij geweld betekent – zo blijkt uit deze uitspraak - niet in alle gevallen dat dit ook leidt tot een veroordeling. Gespecialiseerde rechtsbijstand blijft in alle gevallen noodzakelijk.