In de Leeuwarder Courant en het Dagblad van de Noorden van afgelopen zaterdag is aandacht besteed aan de regeling van detentiefasering. Dit naar aanleiding van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelde van de moord op Marianne Vaatstra. Hoe werkt zo’n voorwaardelijke invrijheidstelling? Tjalling van der Goot beantwoordt in de krant een aantal vragen hierover.
Jasper S. is in 2013 veroordeeld tot een celstraf van achttien jaar. Hoe kan het dat hij ‘nu al’ vrijkomt?
Hij valt nog onder de ‘oude’ v.i.-regeling. Die houdt in dat een gedetineerde na twee derde van zijn straf te hebben uitgezeten de gevangenis onder bepaalde voorwaarden kan verlaten. De regels met betrekking tot voorwaardelijke invrijheidsstelling zijn per 1 juli 2021 veranderd. Nu kunnen veroordeelden pas in de laatste twee jaar van de aan hen oplegde gevangenisstraf vrijkomen. „Als hij nu veroordeeld wordt, zou hij zestien jaar moeten zitten”, zegt advocaat Tjalling van der Goot, die S. overigens niet bijstond.
Wat houdt een voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) in?
Een v.i. is er om een gedetineerde voor te bereiden op een terugkeer in de maatschappij. In de tijd dat Jasper S. werd veroordeeld kwam iemand na zijn veroordeling vast te zitten in een zogenoemde gesloten setting. Vervolgens kon een gedetineerde doorstromen naar een beperkt beveiligde inrichting (bbi). Daar mocht hij maximaal anderhalf jaar blijven en kon hij een keer per maand met verlof.
Daarna wachtte de open, oftewel zeer beperkt beveiligde inrichting (zbbi). De veroordeelde kon daar maximaal een halfjaar verblijven en had elk weekend verlof. Het laatste deel van de detentie wachtte een penitentiair programma (pp). De gevangene woonde op zichzelf, volgde een opleiding of had werk.
Met de intreding van de nieuwe v.i.-regeling per 1 juli 2021 is het laatste deel, dus het penitentiair programma, geschrapt in alle zaken waarin meer dan een jaar gevangenisstraf is opgelegd. Hiervan heeft Jasper S. waarschijnlijk geen gebruik meer kunnen maken, omdat hij ten tijde van het ingaan van de regel een strafrestant had van langer dan een jaar.
Hij kwam op de vervanger van de pp terecht, de beperkt beveiligde afdeling (bba). ,,Niet elke gevangenis heeft zo’n bba”, zegt Van der Goot. ,,De Marwei in Leeuwarden bijvoorbeeld niet. Dan moet iemand die daar zit voor de bba naar in andere inrichting.’’ Daarvoor komt iemand alleen in aanmerking als er re-integratieverlof wordt verleend. „Dan kan je buiten de gevangenis een opleiding volgen of werken. Het lijkt een beetje op de oude pp, maar het is strakker. Je moet ‘s nachts terug naar de gevangenis.
Het betreft een voorwaardelijke invrijheidstelling, er zijn dus voorwaarden aan verbonden. Wanneer moet iemand terug?
Als iemand tijdens de voorwaardelijke invrijheidstelling, in Jaspers S.’ geval dus binnen zes jaar, een relatief licht vergrijp pleegt, dan zal hij niet terug hoeven naar de gevangenis. „Maar als het om mishandeling gaat, misschien wel. Al hoeft dat niet direct de resterende zes jaar te zijn.”
Kreeg S. een nieuwe identiteit?
Van der Goot heeft nog nooit gehoord dat een veroordeelde in een gevoelige zaak een nieuwe identiteit kreeg. Dat gebeurt bijvoorbeeld wel bij infiltranten. ,,Maar Jasper S. kan natuurlijk zelf wel een verzoek indienen om zijn naam te veranderen.”
Over zes jaar zit de straf voor S. er dus echt op?
„Dat hoop ik wel. Iedereen verdient een tweede kans. Iemand pleegt een delict en dan is er vergelding in de vorm van een celstraf. En daarmee is de kous af.”