Tweede Kamerlid Van Nispen (SP) heeft recent vragen aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gesteld. Dit naar aanleiding van een artikel in de Leeuwarder Courant/Dagblad van het Noorden van 16 oktober jl. Daarin werd aan de hand van twee zaken waarin Tjalling van der Goot als raadsman optrad geschetst dat er willekeurig wordt omgegaan met de vraag of een veroordeelde een zelfmelder is of niet. Een zelfmelder krijgt na een veroordeling een oproep om zich te melden bij een gevangenisinrichting en komt vervolgens in een milder gevangenisregime. Een veroordeelde die geen zelfmelder is, wordt door de politie (onverwacht) aangehouden ter uitvoering van de openstaande gevangenisstraf en verblijft de eerste weken in een zwaarder regime.
In de praktijk blijkt dat het CJIB geen duidelijke kaders heeft om te beoordelen of iemand zelfmelder is. Uit het stuk in de krant blijkt van twee vergelijkbare gevallen waarin een veroordeling voor betrokkenheid bij een dodelijk verkeersongeval is gevolgd. In het ene geval is wel sprake van een zelfmelder, in het andere geval niet.
Opmerkelijk is dat de zelfmelder veroordeeld is voor een zwaardere kwalificatie van schuld, een hogere straf opgelegd heeft gekregen, ouder is en veroordeeld is voor schuld aan de dood van twee dodelijke slachtoffers. De persoon in het artikel die door de politie ter executie van de straf is aangehouden, heeft een lagere straf, is jonger, heeft een minder zware kwalificatie van schuld en is veroordeeld voor schuld aan het overlijden van één slachtoffer. Als er dan een keuze gemaakt zou moeten worden om iemand niet de status van zelfmelder te geven, zou het voor de hand liggen om dat te doen voor degene die het zwaarst gestraft is. Het CJIB heeft dat echter niet gedaan. Onduidelijk is welke redenen hieraan ten grondslag hebben gelegen.
Van Nispen wil nu duidelijkheid van de bewindspersoon over de procedure rondom het toekennen van een zelfmeldstatus. Klik hier voor de vragen.
@LC