De rechtbank in Assen heeft onze cliënt, een 57-jarige vrachtwagenchauffeur uit Noord-Brabant, veroordeeld voor schuld aan een dodelijk ongeval tijdens een boerenprotestactie op 15 juli 2022. Hij zette zijn voertuig stil op de A28 bij Beilen. Achterin de ontstane file reed een bestuurder tegen een motorrijder aan. Deze laatste kwam daarbij om het leven. De rechtbank heeft aan onze cliënt een taakstraf van 240 uur opgelegd. Het OM had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist. De bestuurder van de auto die de aanrijding met de motorrijder veroorzaakte, is veroordeeld wegens grove schuld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een rij-ontzegging van twaalf maanden.
De zaak is opmerkelijk omdat voor zover bekend niet eerder een verdachte is vervolgd voor schuld aan een ernstig ongeval indien het ongeval zelf direct door een ander is veroorzaakt. Niet eerder moest een verdachte terecht staan voor het veroorzaken van een file indien in die file een ernstig ongeval heeft plaatsgevonden.
Raadsman Tjalling van der Goot bepleitte eerder vrijspraak van schuld. Hoewel het bijzonder onverstandig was om de vrachtauto stil te laten uitrollen en stil te zetten op de snelweg in het kader van de demonstratie, is de cliënt niet rechtstreeks betrokken geweest bij het ongeval. Uit het onderzoek is gebleken dat cliënt de auto langzaam heeft laten uitrollen en alle zwaai- en alarmlichten heeft aangedaan. Het verkeer bij de vrachtwagen heeft geen gevaar gelopen. Dat blijkt ook uit het feit dat de weg 500 meter achter cliënt vrij was nadat de vrachtwagen tot stilstand was gekomen. Gezien de diverse schakels tussen de handeling van cliënt en het overlijden, is dit gevolg redelijkerwijs niet meer aan cliënt toe te rekenen.
De rechtbank oordeelt anders. “Met het onaangekondigd gaan stilstaan midden op een snelweg onder de hierboven vermelde omstandigheden heeft verdachte een volgens algemene ervaringsregels voorzienbaar gevaar gecreëerd voor het verkeer. Daarbij is de eigen fout van de bestuurder van de bestelbus (het compleet over het hoofd zien van de file en het daardoor met volle snelheid inrijden op het slachtoffer) weliswaar ook een grove fout, maar niet een dusdanige fout dat het niet langer redelijk is om het ongeval en de dood van het slachtoffer nog voor rekening van verdachte te laten komen. De reden hiervoor is dat het door onoplettendheid over het hoofd zien van een plotseling ontstane file een typisch en voorzienbaar gevolg is van de aan verdachte verweten onvoorzichtigheid en de gevaren die daarmee worden veroorzaakt.”
Anders dan het OM oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van de zwaarste vorm van schuld, roekeloosheid. “Nu verdachte de weg niet volledig heeft versperd of geblokkeerd, zijn tankwagen heeft laten uitrollen in plaats van abrupt tot stilstand te brengen, hij voorafgaande aan het stilzetten van de tankauto zijn zwaailichten en gevaarlichten aan heeft gezet en ook een andere persoon dan verdachte een fors verwijt kan worden gemaakt van het ongeval, kan niet worden gezegd dat hij buitengewoon onvoorzichtig heeft gehandeld dan wel de verkeersregels opzettelijk in ernstige mate heeft geschonden.” De rechtbank acht de lichtste vorm van schuld - aanmerkelijke onvoorzichtigheid - bewezen.
Het OM had een onvoorwaardelijke celstraf geëist. De rechtbank ziet daarvan af. “De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat, hoewel verdachte wel een ernstige verkeersfout heeft begaan die zeer ernstige gevolgen heeft gehad, ook de bestuurder van de witte bestelbus een fors verwijt kan worden gemaakt voor het ongeval en hij uiteindelijk degene is geweest die door onoplettendheid het slachtoffer heeft aangereden. Om die redenen zal de rechtbank aan verdachte geen gevangenisstraf opleggen.”
Naast een werkstraf is een rij-ontzegging opgelegd. Het onvoorwaardelijke deel (vier maanden) is gelijk aan de periode gedurende welke cliënt het rijbewijs reeds kwijt is gewest. Hij behoeft zijn rijbewijs dus niet opnieuw in te leveren.