De lat ligt steeds hoger voor de verdediging in strafzaken. Reden om – net als in cassatie en in veel civiele procedures – verplicht te stellen dat de verdachte zich laat bijstaan door een advocaat. Dat betoogt Tjalling van der Goot in een opiniestuk in het laatste Advocatenblad. “Dat is geen preek voor eigen parochie, maar een verandering in het belang van het strafproces dat met essentiële waarborgen is omkleed.”
Klik hier voor het volledige artikel.
De druk voor een raadsman in strafzaken om inhoudelijke gedegen en zorgvuldig verweer te voeren is steeds hoger komen te liggen. Van der Goot benoemt een aantal voorbeelden.
“Ik constateer dat het materiële strafrecht steeds ingewikkelder wordt. Zonder de hulp van een juridisch geschoolde raadsman is verweer in strafzaken veelal buitengewoon lastig. (..) En binnen het strafprocesrecht heeft de verdachte zekere rechten. Maar wat is dat recht waard als de verdachte van de verdedigingsrechten geen weet heeft? Mijn advocatenhart bloedt soms als ik lees of zie welke kansen onbenut zijn gelaten in een zaak zonder raadsman.”
(…)
Een eerlijk en zorgvuldig strafproces staat of valt bij een goede verdediging. Een rechter wordt na een gefundeerd verweer van de verdediging immers gedwongen om alle argumenten te wegen om vervolgens een uitgebalanceerde beslissing te nemen. Dat komt de kwaliteit van de uitspraak slechts ten goede. Het zijn de dwarsliggers die het spoor doen recht lopen! Bovendien worden de grenzen van het recht opgezocht nadat door de verdediging hierop verweer is gevoerd. Recht beweegt en die beweging begint bij de rechter die door de verdediging wordt aangespoord om een kritisch oordeel te vellen.
(…)
Een verdachte zonder raadsman heeft veelal geen dossier, is juridisch niet onderlegd en mist de kwaliteit om op een efficiënte en deskundige wijze de verweren aan de rechter voor te leggen. Dat schaadt de kwaliteit van de rechtspleging. Bovendien kunnen dergelijke verdachten worden benadeeld. Wellicht worden zij veroordeeld in een zaak waarin zij na gedegen verweer zouden zijn vrijgesproken. Misschien hebben zij hun rechten niet kunnen uitoefenen door na te laten getuigen te horen die niet door de politie zijn gehoord of aan wie relevante vragen nog niet zijn gesteld. Mogelijk zijn straffen opgelegd die niet zouden opgelegd als de advocaat met een goede onderbouwing van alternatieve opties voor een afdoening van de zaak de rechter zou hebben kunnen overtuigen voor een andere strafmodaliteit te kiezen. Enzovoort.
(…)
Het moge duidelijk zijn dat de rechtspraak en de wet steeds hogere eisen stellen aan een adequate verdediging in strafzaken. Eisen waaraan een verdachte zonder advocaat niet kan voldoen. Bovendien is een goede verdediging een waarborg voor een hoge kwaliteit van de rechtspraak. Een advocaat adviseert en informeert daarnaast zijn cliënt gedurende het gehele strafproces waardoor het proces geolied en dus doelmatiger verloopt. Natuurlijk is het wenselijk dat in alle strafzaken een advocaat bijstand verleent, maar de belangen zijn het grootst bij de misdrijven. Het nieuwe Wetboek van Strafvordering komt eraan. Alle reden dus om nu wettelijk te regelen dat alle verdachten in strafzaken in eerste aanleg bij de politierechter en meervoudige kamer (of in beroep hiervan) zich moeten laten verdedigen door een advocaat.”