Op 27 december jl. is rechtbankverslaggeefster Saskia Belleman geïnterviewd bij Radio 1 in het programma ‘Het jaar van….”. Interviewster Ghislaine Plag heeft met Belleman in een tweeëneenhalf uur durend vraaggesprek uiteenlopende onderwerpen aangesneden. Op de vraag wie zij graag als advocaat zou willen hebben als zij zelf onverhoopt in een strafzaak verzeild zou raken, antwoordde zij ‘Tjalling van der Goot’.
Het is mooi om dit uit de mond van de uiterst ervaren, kundige en gerespecteerde mevrouw Belleman te horen. Zij heeft talloze rechtszittingen bijgewoond en een veelheid aan advocaten zien optreden. Bovendien is het ook goed dat Belleman in het vraaggesprek benadrukt dat ook gespecialiseerder advocaten – zoals alle op ons kantoor – bijstand verlenen op basis van gefinancierde rechtshulp. “Er zijn dijken van advocaten die op toevoeging alles uit de kast halen voor hun cliënt.”
Klik hier voor het volledige interview. Vanaf 1.42.60 gaat het specifiek over onze kantoorgenoot.
Volgens Belleman is er veel verschil in kwaliteit onderling tussen rechters, officieren van justitie en advocaten. “Het komt vaak voor dat ik een verdachte een andere advocaat toewenst. Dat komt omdat ik vind dat er advocaten zijn die hun werk niet goed doen, dat ze er niet alles uithalen wat er in zit. Je hebt als advocaat maar één taak en dat is die verdachte zo goed mogelijk bijstaan. En als je dat afdoet met een standaard pleidooitje waarin je zelfs cruciale elementen weglaat, dan denk ik wel ‘had die verdachte maar een andere advocaat’.
Op de vraag of dit ook te maken kan hebben met bijstand op pro deo-basis is Belleman klaarhelder: “Nee. Bijstand op toevoeging – zo heet de gesubsidieerde rechtsbijstand - doen heel veel heel bekende advocaten. Het is een grote misvatting, dat mensen zeggen ‘dat is een grote crimineel want die kan zich goede advocaat veroorloven’. Zo werkt het helemaal niet. Er zijn dijken van advocaten die op toevoeging alles uit de kast halen voor hun cliënt. Ook heel goede en ervaren strafrechtadvocaten verlenen bijstand op een toevoeging.”
Plag: “Je hebt zelf eerder dit jaar gezegd dat als je zelf zou moeten worden bijgestaan, dan door Tjalling van der Goot.” Belleman: “Ja, dat klopt, dat vind ik een geweldige advocaat.” Plag: “Waar zit dat in?” Belleman: “Die man is gewoon de integriteit in persoon, vind ik. Eigenlijk is hij voor ons journalisten best wel lastig, want we hebben best wel graag dat we van tevoren over een zaak even met de advocaat willen overleggen. Dat doet hij zelden of nooit, hij is daar super straight is, hij heeft zoiets ‘dat is niet in het belang van mijn cliënt dus ik doe dat gewoon niet’. En als ik hem dan vervolgens op een zitting zie opereren, dan ben ik vaak echt vol bewondering. Dat doet hij heel goed. Dat is echt een heel goede advocaat. Alle elementen waarvan ik denk dat je daar iets op kunt behalen zitten er in, en vaak ook wel meer wat ik niet kon bedenken.”
(…)
“Belleman: En Sander Janssen vind ik ook een fantastische advocaat. Hij heeft Willem Holleeder bijgestaan.” Plag: “Waar zit hem dat dan in? Belleman: Eigenlijk hetzelfde als bij Tjalling van der Goot. Dat gedrevene, niet neerleggen bij, niet denken ‘ik haal nu even pleidooi 3A uit de la en verander even wat namen en dan ben ik er klaar mee. Maar je zo vastbijten in een zaak en je er zo in verdiepen dat je echt alle ins en outs kent waardoor je ook de verzachtende omstandigheden voor je cliënt eruit kunt lichten, dat je een verhaal kunt houden dat heel aannemelijk is, de manier waarop het ook gegaan kan zijn, en dat op een krachtige manier brengen. En zonder dat onzin wordt verkocht, want er zijn soms ook advocaten die in een zittingszaal staan waarvan ik denk ‘nou, ik moet heel erg mijn best doen om niet te lachen nu, maar wat een onzinverhaal is dit’. Dat komt ook voor.”