Op de website Actueelnieuws.org is een uitgebreid interview geplaatst met Hans Anker. Hem is in verband met het naderende pensioen gevraagd naar de veranderingen in de advocatuur, het strafrecht en de invloed van de media op zijn werk.
Klik hier voor het volledige artikel. Hieronder volgen enkele passages.
"Wij vonden het moeilijk om een datum te kiezen, want je moet het onderling ook een beetje eens worden. Wij wilden op hetzelfde moment stoppen, ook in verband met gezondheidsperikelen, ons kantoor heet tenslotte Anker en Anker, al is het wel de bedoeling dat het kantoor wordt voortgezet onder leiding van Tjalling van der Goot.
(...)
We worden niet heel vrolijk van alle nieuwe wetsvoorstellen die er zijn, omdat die volgens ons over het algemeen niet ten voordele van de verdachten en de veroordeelden zijn. Er wordt steeds meer positie gecreëerd voor slachtoffers en nabestaanden, die krijgen steeds een grotere rol en meer bevoegdheden, terwijl het geen procespartijen zijn, alleen procesdeelnemers. Het Openbaar Ministerie is er juist ook voor om de belangen van slachtoffers en nabestaanden over het voetlicht te brengen, maar wij vinden dat dat doorschiet.
(...)
Je ziet dat politiek dit soort onderwerpen goed vallen. Als er een voorstel komt, zoals recentelijk om het taakstrafverbod weer eens uit te breiden, ook naar mensen die een strafbaar feit plegen ten opzichte van personen die een publieke taak vervullen, dan haalt dat eigenlijk moeiteloos de eindstreep. Terwijl wij zeggen, de strafrechter, daar moet je meer vertrouwen in hebben, die kan maatwerk regelen, die bepaalt of er een onvoorwaardelijke gevangenisstraf komt, of dat een werkstraf op zijn plaats is.
(...)
Binnen het strafrecht zie je dat de rechtsposities van de verdachte en de veroordeelde minder zijn geworden, en wat ik eerder al zei, de positie van slachtoffer en nabestaande is veranderd. (...) Het taakstrafverbod vind ik ook een hele slechte zaak en daarnaast hoe wordt omgegaan met de levenslanggestraften. Ook zijn er nog teveel mensen in verhouding tot de populatie van gedetineerden die voorarrest hebben, terwijl het Europese Hof al jaren zegt, dat voorarrest zoveel mogelijk moet worden beperkt, met name in de eerste aanleg.
(...)
Wat ik slecht vind, is als het Openbaar Ministerie talmt met het aanbrengen en vervolgen van zaken, die vervolgens jaren op de plank liggen. Soms liggen zaken 4, 5, 6 jaar of nog langer en de Hoge Raad heeft gesteld dat dat niet leidt tot een niet-ontvankelijkheid. Ik vind dat de wetgever moet ingrijpen en bij zeer forse termijnoverschrijdingen moet zeggen dat daar wel een niet-ontvankelijke officier uit volgt. Er is nu namelijk geen enkele prikkel om voortvarend zaken af te wikkelen. In zo’n zaak kun je wel getuigen laten horen, maar herinneringen verbleken door de tijd, dus die getuigen worden minder betrouwbaar, waardoor de waarheidsvinding geweld wordt aangedaan. In jeugdstrafrecht klemt dat nog te meer. Wij doen heel veel jeugdstrafzaken, daar speelt ook het pedagogische karakter, als een kind iets fout doet, ga je als opvoeder ook niet na twee jaar zeggen je krijgt er nog straf voor. Nu is er door corona een nog grotere achterstand ontstaan, terwijl er al een stuwmeer aan zaken lag die nog behandeld moesten worden.
(...)
Het beeld dat advocaten duur zijn bestaat in delen van de bevolking. Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat bepaalde advocaten zich er wel op lieten voorstaan dat ze het goed hadden. Dat beeld is volkomen ten onrechte, vaak zijn advocaten die zich minder roeren in de publiciteit, degenen die keihard werken voor de kleine Prodeaan en tegen de laagste vergoedingen.
(...)
Er wordt veel gefoeterd op de tbs, maar als we kijken naar de beschikbare cijfers, dan zie je dat na een tbs-behandeling de recidivecijfers aanmerkelijk gunstiger zijn dan na een gevangenisstraf. Maar vraag jij aan een zaal vol mensen, het huis naast jullie komt vrij, dat is een huurhuis en de woningcorporatie zet er óf iemand neer die tot 20 jaar is veroordeeld óf een ex-tbs’er, dan kiezen ze bijna allemaal voor die eerste categorie. Terwijl die tbs’er zijn behandeling heeft ondergaan en die ander niet. Dat is een bepaald beeld dat heerst van tbs’ers. Dat komt ook doordat er zoveel verlofbewegingen in een jaar zijn die relatief goed verlopen, maar als het een keer misgaat en dan meteen goed misgaat, dan is dat het eerste item bij het NOS-journaal. Er zou wat dat betreft vanuit de wereld die te maken heeft met tbs nog meer gedaan moeten worden om dat goed te duiden en wat te relativeren, zodat die angst voor tbs wat verminderd en duidelijk wordt dat dat toch wel een goede beveiligende werking kent.
(...)
Wij hebben in al die jaren gemerkt dat er steeds meer belangstelling is gekomen voor strafzaken, kranten en ook de televisie kregen eigen rechtbankverslaggevers en er kwamen programma’s over op televisie. Wat wij de laatste jaren zien is dat slachtoffers en nabestaanden een grotere rol krijgen, ook spreekrecht hebben, waardoor er veel meer emoties in de zittingzaal zijn, wat voor de strafrechtadvocaat lang niet altijd makkelijk is. Er is ook nog wel eens sprake van bedreigingen uit die hoek, waar ik me wel iets bij kan voorstellen, maar wij zijn niet de spreekbuis van verdachten. Wij proberen altijd de regie in handen te houden, maar het gebeurt wel eens dat je als advocaat afgerekend wordt op wie je verdedigt. Met name door social media zie je veel reacties binnenkomen op geruchtmakende zaken. Vroeger moesten mensen om te reageren een kaart, briefkaart, of brief met een postzegel kopen en dan waren ze heel boos, maar ging er een nacht overheen en waren ze wat afgekoeld. Nu zie je vaak midden in de nacht geplaatste reacties met veel hoofdletters, uitroeptekens en spelfouten. Mensen reageren direct hun woede af, ze tellen niet meer eerst tot 10. Vooral social media hebben dus tegenwoordig een hele duidelijke rol. De hele situatie met corona heeft dat allemaal ook nog wel een beetje versterkt. ”
(...)
Tot slot. Ik zou willen zeggen, denk nooit dat het strafrecht een ver van mijn bed show is, want iedereen kan in de situatie terechtkomen dat je een strafadvocaat nodig hebt. Ga er vanuit dat je als verdachte rechten hebt en dat het heel belangrijk is dat er een evenwicht ontstaat, dat de weegschaal van Vrouwe Justitia in balans is. Een advocaat is daarbij belangrijk in het gehele strafproces. En onthoudt verder dat als iemand veroordeeld is, dat die straf door de strafrechter wordt uitgesproken en dat het niet aan de samenleving is om vervolgens iemand nog eens een trap na te geven. Iemand hoeft niet twee keer veroordeeld te worden, daarentegen verdient juist iedereen een tweede kans.”