Een 33-jarige inwoner van Gorredijk is door de rechtbank in Leeuwarden op 25 maart jl. ontslagen van alle rechtsvervolging. Volgens de rechtbank stond vast dat onze cliënt een dorpsgenoot met een mes heeft gestoken, maar handelde hij daarbij in noodweer (zelfverdediging). De rechtbank honoreerde daarmee het door raadsman Erik Stoeten gevoerde verweer.
De rechtbank stelt blijkens het vonnis vast “dat nadat verdachte door aangever is binnengelaten in zijn woning. de deur achter verdachte door aangever wordt gesloten. In de gang is tussen hen een gevecht ontstaan. waarbij over en weer door aangever en verdachte is geslagen. Uit de verwondingen van aangever blijkt dat hij daarbij door verdachte op de zijkant van zijn hoofd is geslagen. Dit gevecht heeft zich - al dan niet ‘in de woonkamer - op zeker moment verplaatst naar de keuken, waar verdachte aangever meermalen met een mes heeft gestoken.”
Het slachtoffer had verwondingen aan de linker bovenarm en oksel. Deze wonden zijn gehecht. Volgens de rechtbank is sprake van een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank stelt dat onze cliënt geen kant op kon en zich wel moest verdedigen tegen de aanval van de aangever met de stalen knuppel. Onze cliënt was naar de woning gegaan om verhaal te halen: de bewoner zou aan zijn vriend kapotte spullen hebben verkocht. De bewoner en zijn zoon hadden verklaard dat de verdachte meteen na binnenkomst begon te slaan. Volgens de verdachte was hij juist degene die werd aangevallen. De rechtbank acht de lezing van onze cliënt aannemelijk.
De officier van justitie eiste twee weken eerder een werkstraf van 120 uur en 16 maanden voorwaardelijke celstraf.
Onze cliënt heeft eind 2020 drie maanden in voorarrest doorgebracht.
Het is nog niet bekend of het OM tegen het vonnis hoger beroep instelt. De termijn hiervoor bedraagt veertien dagen.
Klik hier voor een artikel over het vonnis in de Leeuwarder Courant.