De nieuwssite It Nijs heeft recent op haar website een Friestalige column van Tjalling van der Goot gepubliceerd. Volgens hem hebben Twitter en Facebook voor eigen rechter gespeeld door president Trump van sociale media te weren. De vraag of een individu op fora strafbaar handelt, zou in handen van een rechter moeten worden gelegd.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
“De vrijheid van meningsuiting staat onder druk. President Trump is verbannen van de sociale media zoals Twitter en Facebook. Dit allemaal omdat deze mediagiganten de mening zijn toegedaan dat Trump de fora heeft gebruik voor onjuiste informatie. Mede daardoor is in hun ogen op 6 januari jl. het Capitool in Washington bestormd. De actie van Twitter en Facebook lijkt daadkrachtig maar is een gevaarlijke inbreuk op het recht van iemand om te zeggen wat hij wil. Ook al ben ik het eens met de critici van de president die van mening zijn dat hij fakenieuws en leugens verspreidt – met name over het verloop van de verkiezingen – het betekent niet dat de man daarom zijn mening niet meer zou mogen uiten. De vraag is of dergelijke praktijken ook in ons land mogelijk zijn.
Hoe zat het ook alweer? Begin dit jaar werd het hart van de Amerikaanse democratie in het hart geraakt. Aanhangers van President Trump verzamelden zich in de hoofdstad om een toespraak van hun idool aan te horen. Trump zei tegen het aanwezige publiek dat hij de diefstal van de stemmen nooit zou toegeven en dat de zwakke leden van de Republikeinse partij in de Senaat uit hun zetels zouden moeten worden gehaald. Een grote groep mensen liep daarna naar het Capitool en bezette dit huis van de democratie. Naast grote materiële schade, zijn vijf mensen om het leven gekomen en zijn diverse anderen gewond geraakt.
De Twitter-president kon zijn fans altijd het beste bereiken via sociale media. Vooral via Twitter gaf hij in 280 tekens zijn mening over nationale en internationale vraagstukken en conflicten. Met meer dan 80 miljoen volgers. Het was een machtig wapen, juist omdat hij in oorlog verkeerde met de meeste traditionele media. De verbanning van de sociale media platforms haalt de angel uit de president. Het besluit daartoe is genomen door de directies van beide bedrijven, niet na een democratisch proces. Het maakt dat deze Tech-bedrijven grote macht hebben. Te grote macht. Niet voor niets vond bondskanselier Angela Merkel het besluit problematisch en zou zij er een voorstander van zijn de bevoegdheid over de vraag twitteren verboden kan worden in handen te leggen van een rechter.
In de Verenigde Staten worden de woorden van Trump gezien als het opruien om het Capitool aan te vallen. Maar is dat ook zo? Volgens het Nederlandse recht is het opruien pas strafbaar als iemand oproept om strafbare feiten te begaan. Ik heb niet gehoord dat Trump direct daartoe heeft opgeroepen. Hij heeft bijvoorbeeld niet gezegd dat Senaatsleden moesten worden aangevallen of dat geweld moest worden gebruikt. Volgens ons recht is voor strafbaarheid vereist dat Trump met zijn woorden minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat anderen geweld zouden gebruiken. Dat is feitelijk en juridisch een complexe vraag. Twitter en Facebook spelen met hun besluit voor eigen rechter.
Een provider zoals Twitter, Facebook, YouTube of Snapchat is – net als de uitgever van een boek – niet strafbaar als op het medium strafbare woorden worden gebruikt. Onze wetgever heeft in 2002 reeds verwoord: “Artikel 7 van de Grondwet geeft aan de overheid de opdracht de vrijheid van meningsuiting te waarborgen en te stimuleren. Censuur van staatswege dient te worden voorkomen. Artikel 54a beoogt het gevaar in te dammen dat de tussenpersoon, mede gelet op zijn in belang toenemende rol in het proces van gegevensuitwisseling door middel van communicatienetwerken, zich genoodzaakt voelt tot preventieve censuur over te gaan teneinde strafrechtelijke aansprakelijkheid te voorkomen. De regeling dient een onbelemmerde informatie-uitwisseling en daarmee een grondbeginsel van de democratische rechtsstaat.”
De vrijheid om te zeggen wat je wilt, is een groot goed. In de Europese en Nederlandse rechtspraak is geregeld dat het recht om vrij te spreken en te schrijven ook gaat over uitspraken die kwetsen, choqueren of verontrusten. Dit helemaal als het een politicus betreft. De grens ligt bij wat de wet als strafbaar heeft geregeld. Met andere woorden, iemand mag in het openbaar veel zeggen en doen, ook al vinden veel mensen de uitingen kwalijk, lomp of opruiend. Het is niet aan Twitter of Facebook om zelf te bepalen of een bij de wet vastgestelde grens is overschreven. Wat dat aangaat zijn de woorden van Merkel zo gek nog niet.”