De verdediging heeft op 7 juli jl. hoger beroep ingesteld in de zaak tegen onze cliënt, de 50-jarige James B. Onze cliënt werd op 2 juli jl. door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De rechtbank achtte bewezen dat cliënt zich schuldig heeft gemaakt aan onttrekking aan het wettig gezag van een destijds 12-jarig meisje en aan ontucht. Eind juni 2019 werd onze cliënt met het meisje aangetroffen in een hotelkamer. De zaak kreeg bekendheid toen na de vermissing van het meisje een Amber Alert is uitgegaan.
Onze cliënt heeft de strafbare feiten altijd ontkend. De rechtbank heeft onze cliënt echter veroordeeld. Het feit dat de rechtbank de feiten bewezen heeft verklaard, is de primaire reden voor het hoger beroep.
Daarnaast is van belang dat onze cliënt terminaal ziek is. Hij verblijft inmiddels in de verenigde Staten en heeft volgens de artsen hooguit nog enkele maanden te leven. Het is voor de verdediging niet te begrijpen dat de rechtbank een langdurige gevangenisstraf heeft opgelegd, terwijl de verwachting is dat cliënt deze gevangenisstraf niet kan ondergaan.
De zaak zal in hoger beroep worden behandeld door het gerechtshof in Den Haag. Het is nog niet duidelijk wanneer dit beroep wordt behandeld en of – gelet op de zorgelijke medische toestand van onze cliënt de diens sombere levensverwachting – cliënt dit hoger beroep kan bijwonen.