In de Leeuwarder Courant van 20 maart jl. verscheen een opiniërend artikel van Tjalling van der Goot. Onder de kop “Rechtsstaat blijft gewoon overeind’ schrijft hij dat het strafrecht in deze coronacrisistijd weliswaar ‘on hold’ is, maar dat in de strijd tegen het coronavirus wet- en regelgeving de overheid voldoende mogelijkheden bieden om op te treden tegen onwillige burgers.
Klik hier voor een redactionele samenvatting op de voorpagina van de krant en klik hier voor het volledige opiniestuk.
Hieronder volgt een samenvatting.
Van der Goot schetst diverse risico’s op strafrechtelijke vervolging. Bijvoorbeeld indien artsen – die normaal gesproken een geheimhoudingsplicht hebben als het gaat om medische gegevens van hun patiënt – in strijd met de wet geen besmettingsgeval en (medische) details van de geïnfecteerde aan de GGD of burgemeester doorgeven. Een arts wordt dus in het belang van de volksgezondheid verplicht zijn beroepsgeheim te doorbreken. Doet hij dat niet riskeert hij zelfs een hechtenis van twee maanden.
Op grond van de recente noodverordening is het thans verboden scholen, cafés, restaurants, coffeeshops en sauna’s geopend te houden. Ook is het verboden om deel te nemen aan samenkomsten waar meer dan honderd mensen gelijktijdig aanwezig zijn. Opsporingsambtenaren kunnen in dit kader aanwijzingen geven indien mensen zich niet aan deze noodverordening houden. Indien deze aanwijzingen niet acuut worden opgevolgd, dreigt een hechtenis van maximaal drie maanden.
Indien geïnfecteerde personen gedwongen in isolatie of in quarantaine moeten verblijven maar zich hieraan onttrekken, dreigt zelfs een gevangenisstraf van maximaal vier jaar of een geldboeten die kan oplopen tot € 87.000,-. Bij een dergelijke strafbedreiging kan zelfs voorlopige hechtenis worden toegepast.
Als een met corona besmette persoon in zijn gedrag aanmerkelijk onvoorzichtig of nalatig is waardoor een ander met dit virus wordt besmet en ziek wordt, bestaat het risico dat de geïnfecteerde wordt vervolgd wegens zwaar lichamelijk letsel of – nog erger – dood door schuld. Er zal wel een causaal verband moeten worden aangetoond tussen het verwijtbare nalatige gedrag enerzijds en het gevolg (het letsel of het overlijden) anderzijds. Bovendien is niet iedere onvoorzichtigheid strafbaar; het moet gaan om een aanmerkelijke mate van onvoorzichtigheid. Hier ligt tegen die tijd een belangrijke taak voor de verdediging om kritisch naar het bewijs te kijken.
De taak van de overheid ligt vooralsnog in het indammen van de verspreiding van het virus. Maar de wet biedt de overheid diverse mogelijkheden om onwillige burgers zoveel als mogelijk in het gareel te houden. Zodra het weer kan, zal zo’n proces met alle strafprocessuele waarborgen – waaronder het recht op een effectieve verdediging – worden gevoerd. Het strafrecht is weliswaar ‘on hold’, maar de rechtsstaat blijft gewoon overeind.