De 46-jarige verdachte in de zogenoemde flatbrand in Utrecht heeft hoger beroep aangetekend tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland d.d. 30 oktober jl. De rechtbank veroordeelde onze cliënt wegens doodslag op zijn echtgenote tot een gevangenisstraf van twaalf jaren. Volgens de rechtbank heeft hij op 28 augustus jl. in zijn woning aan de Schonauwersingel in de wijk Hoograven in Utrecht zijn echtgenote mishandeld en haar nadien in brand gestoken. De echtgenote is bij het incident om het leven gekomen.
De zaak zal in beroep worden behandeld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Een datum voor een behandeling is nog niet bekend. Het is niet bekend of ook het openbaar ministerie hoger beroep heeft aangetekend.
Onze cliënt heeft altijd ontkend. Raadsman mr. Tjalling van der Goot bepleitte vrijspraak. Hoewel onze cliënt enige wisselende verklaringen heeft afgelegd, is hij altijd stellig geweest in zijn ontkening. Onze cliënt leed volgens de deskundigen destijds aan ernstige psychiatrische aandoeningen, waardoor wisselende verklaringen aannemelijk zijn. Er zijn geen getuigen. Er is geen hard bewijs. Er zijn geen vingerafdrukken op de stok aangetroffen, de bloedsporen ontlasten cliënt eveneens. Volgens het OM heeft cliënt een glazen lamp boven het bed kapot geslagen, doch op lichaam en kleding zijn geen glassplinters van deze lamp aangetroffen. De kleding vertoont geen sporen van hitte-inwerking. Op de hand en op de kleding van cliënt zijn geen sporen van een vluchtige stof geconstateerd. Er is geen motief.
De rechtbank sprak vrij van moord. Het OM had eerder wegens moord een gevangenisstraf van vijftien jaren en tbs geëist. Indien geen tbs zou worden opgelegd, eiste de officier van justitie twintig jaren gevangenisstraf.