Geen vier maanden gevangenisstraf, zoals door het openbaar ministerie werd gevorderd, maar integrale vrijspraak voor een 37-jarige inwoner van Harlingen. Althans als het aan zijn raadsman mr. Tjalling van der Goot ligt. Onze cliënt stond heden terecht ten overstaan van het gerechtshof in Leeuwarden. Onze cliënt is eerder door zowel rechtbank als hof veroordeeld wegens verkrachting. In maart van dit jaar oordeelde de Hoge Raad echter dat het geven van een tongzoen niet langer als verkrachting mag worden gekwalificeerd. Het arrest van de Hoge Raad was baanbrekend. De Hoge Raad wees de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Zowel de rechtbank in 2009 als het gerechtshof in 2011 legden wegens verkrachting een werkstraf op. De strafeis van het OM vandaag is markant omdat er jaren zijn verstreken sinds de vorige berechting en het nu gaat om een minder zwaar feit (te weten aanranding in plaats van verkrachting).
Onze cliënt wordt verweten in december 2008 in een toiletruimte in het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) een schoonmaakster te hebben ge(tong)zoend. Op zichzelf betwist cliënt deze handeling niet. Hij stelt haar te hebben willen 'versieren'. Volgens cliënt heeft de vrouw “meegedaan met het zoenen”. Volgens hem was sprake van wederzijdse instemming en volledige vrijwilligheid. De vrouw daarentegen heeft verklaard dat de tongzoen tegen haar wil is gegeven.
De cruciale vraag ter zitting was of op basis van een verklaring van één aangeefster tot het wettige bewijs kan worden gekomen. In de visie van de verdediging is één verklaring onvoldoende om tot het wettige bewijs te komen, zelfs niet als deze verklaring door het hof als betrouwbaar zou worden bestempeld. Het geven van een zoen in het kader van een – wellicht onbeholpen – versierpoging wordt in het algemeen zelfs een uiterst risicovolle onderneming. Indien immers nadien aangifte van aanranding wordt gedaan, zou deze enkele aangifte voldoende kunnen zijn voor het wettige bewijs. Zo’n aangifte is bijvoorbeeld denkbaar indien een aangever achteraf spijt heeft van zijn of haar handelen.
Het hof doet uitspraak op vrijdag 27 september a.s. om 13.30 uur.