De rechtbank in Den Bosch heeft op 13 november jl. onze cliënt Demba D. veroordeeld wegens doodslag op de 71-jarige Bossche oud ijzer handelaar Lowie van Lent in september 2014. Daarnaast is bewezen verklaard dat onze cliënt het voertuig van het slachtoffer heeft gestolen en heeft gepoogd bij zijn aanhouding een diensthond te verwurgen. Volgens de rechtbank heeft cliënt gehandeld in een psychose en kunnen de feiten hem niet worden toegerekend. Aan hem is tbs met verpleging van overheidswege opgelegd.
Klik hier voor de uitspraak.
Raadsman Tjalling van der Goot heeft het vonnis inmiddels met zijn cliënt kunnen bespreken. Onze cliënt is om twee redenen teleurgesteld.
In de eerste plaats is de verdediging verbaasd dat de uitspraak niets vermeldt over de fouten die die zijn gemaakt door de GGZ. Uit onderzoek is komen vast te staan dat cliënt na een eerder aanhouding die avond op advies van de crisismedewerker van de GGZ is heengezonden, waarna cliënt volgens het slachtoffer om het leven heeft gebracht. De crisismedewerker heeft daarbij uitdrukkelijke verzoeken van de politie en de pleegouders van cliënt genegeerd. Ook heeft deze medewerker geweigerd de pleegouders telefonisch te woord te staan. Bovendien is gebleken dat de crisismedewerker onvoldoende informatie met betrekking tot de medische achtergrond van cliënt tot zijn beschikking had. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in een rapport de kwaliteit van zorg op het politiebureau als ‘onvoldoende’ gekwalificeerd en de informatievoorziening bij de crisismedewerker ‘gebrekkig’. Van der Goot noemde deze conclusies schokkend. In feite zou cliënt niet in staat moeten zijn geweest überhaupt de feiten te plegen.
Daarnaast kiest de rechtbank voor de zwaarste maatregel tbs met dwangverpleging. De rechtbank is met de verdediging op zichzelf van oordeel dat “als het gevaar voldoende kan worden afgewend door een lichtere maatregel dan een TBS met dwangverpleging, dan moet in beginsel voor die lichtere variant worden gekozen”. De verdediging had bepleit tbs met voorwaarden op te leggen. Volgens de rechtbank is cliënt door zijn wisselende stemmingen “zodanig gevaarlijk voor de maatschappij dat alleen een maatregel die de meest absolute bescherming daartegen kan bieden thans in aanmerking komt.” Volgens de verdediging miskent de rechtbank daarmee dat de tbs met voorwaarden in zekere zin dezelfde mate van veiligheid kent. Niet alleen kan de tbs met voorwaarden lang duren en zo nodig zelfs zonder overtreding van de voorwaarden na verloop van jaren worden omgezet in dwangverpleging, een klinische behandeling binnen de tbs met voorwaarden kent bovendien een hoge mate van beveiliging. Sterker nog, de kliniek waar de behandeling zal gaan plaatsvinden kan dezelfde kliniek zijn als de kliniek waar een dwangverpleging kan plaatsvinden. In de visie van de verdediging is er dus een redelijk alternatief voor de tbs met dwangverpleging.
De verdediging heeft veertien dagen de tijd om hoger beroep in te stellen. Bij de afweging of beroep moet worden ingesteld, weegt zwaar dat cliënt steeds heeft aangegeven behandeld te willen worden. Vanaf het moment van aanhouding in september 2014 tot heden vindt geen behandeling plaats. Een eventueel hoger beroep houdt in dat cliënt nog niet in een kliniek kan worden geplaatst en dat de behandeling wederom maanden op zich laat wachten.