De economische politierechter in Leeuwarden heeft op 5 oktober jl. een tweetal verdachten ontslagen van alle rechtsvervolging. Volgens de rechter hebben de twee bij het illegaal opvangen van zeehonden gehandeld uit overmacht. Volgens de rechter waren daarbij twee conflicterende belangen aan de orde, te weten enerzijds de wettelijke plicht om in de Waddenzee gevonden zieke zeehonden over te brengen naar de zeehondencrèche in Pieterburen tegenover anderzijds de wettelijke plicht om zeehonden die hulp behoeven de nodige zorg te verlenen.
Een 58-jarige man uit Spijk en een 50-jarige man uit De Triemen hadden beide in de zomer van 2014 een tweetal zeehonden onder zich. Een zeehond is een beschermde diersoort. Op grond van de wet is het toegestaan om zieke of gewonde zeehonden slechts tijdelijk mee te nemen om deze vervolgens naar een erkende zeehondenopvangcentrum te brengen. In het geval van cliënten zou dat de Zeehondencrèche in Pieterburen moeten zijn. Biede cliënten stellen echter dat opvang van zeehonden in Pieterburen in strijd is met het welzijn van de zeehonden en hebben bewust gekozen om de dieren naar een alternatieve (illegale) opvanglocatie te brengen.
Beide cliënten waren in het verleden werkzaam binnen de zeehondencrèche die destijds werd geleid door oprichtster Lenie ‘t Hart. Met de komst van een nieuwe directie in 2014 hebben beide zich afgekeerd.
Raadsman Tjalling van der Goot voerde omstandig aan dat sinds 2014 een nieuw beleid aan de orde is in de crèche. Dit beleid is ingegeven door geldgebrek. Op basis van dit beleid worden zeehonden ofwel onbehandeld binnen één of twee dagen na aankomst in het centrum weer vrijgelaten ofwel vrij snel na binnenkomst gedood omdat er een slechte prognose op herstel zou zijn. Een ter zitting gehoorde deskundige verklaarde echter dat de zeehonden die reeds na één of twee dagen op het Wad worden terug gezet een gewisse dood tegemoet gaan. Bovendien is een ‘slechte prognose’ niet te geven omdat alle dieren ziek zijn. Bijna alle dieren overleven indien zij adequate behandeling krijgen. Door desondanks snel de zeehonden te doden is sprake is van premature euthanasie. Voor dit nieuwe Protocol ontbreekt enige wetenschappelijke onderbouwing.
De rechter volgde het verweer van de verdediging. Volgens de rechter is het nieuwe protocol van de crèche een financieel protocol, waarin niet het belang van de zeehond maar dat van het geld telt. Volgens de rechter was er een grote kans dat de zeehonden dood zouden zijn gegaan indien deze door de cliënten, zoals de wettelijke regeling voorschrijft, naar het opvangcentrum in Pieterburen waren gegaan. Volgens de rechter was Pieterburen geen veilige haven voor de zeehonden. De rechter betrekt daarbij het feit dat het nieuwe beleid is ingezet zonder wetenschappelijke onderbouwing. Het is dus geoorloofd dat beide cliënten zich beroepen op de wettelijke plicht om hulpbehoevende dieren te helpen en om die reden de dieren alternatief op te vangen.
De uitspraak is voor cliënten een mooi succes. Cliënten zetten zich beide in voor het welzijn van de zeehonden. Beide hebben zich in de afgelopen tijd kritisch uitgelaten over de nieuwe werkwijze binnen de zeehondencrèche in Pieterburen. Tegen de leidinggevenden aldaar is door cliënten aangifte gedaan wegens schending van de zorgplicht voor dieren en van dierenmishandeling. De aangiftes zijn geseponeerd en een daarop volgende klacht tegen de niet-vervolging door het gerechtshof in Leeuwarden is recent niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het hof zijn cliënten geen belanghebbenden. Cliënten zijn tevreden dat de rechter nu met de uitspraak in de strafzaak tegen hen erkent dat de opvang in de crèche ver onder de maat is en dat het welzijn van de zeehonden binnen deze opvanglocatie wordt geschaad.
De officier van justitie had tegen beide cliënten een geldboete van € 1.500,00 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren geëist. Het OM heeft twee weken om hoger beroep in te stellen.