Op 1 juli jl. heeft een comparitie plaatsgevonden in het hoger beroep in kort geding over het Alcoholslotprogramma (ASP). Een comparitie is een bijeenkomst van beide partijen ten overstaan van het gerechtshof in Den Haag. Het hof heeft gekeken of partijen tot een schikking konden komen. De standpunten van partijen liggen echter te ver uiteen. Om die reden heeft het hof bepaald dat op 15 september a.s. uitspraak zal worden gedaan.
Het beroep is gericht tegen het vonnis van 1 april jl. van de voorzieningenrechter in Den Haag. Deze oordeelde dat personen aan wie een alcoholslotprogramma (ASP) is opgelegd hun rijbewijs niet terugkrijgen.
Het kort geding is aanhangig gemaakt namens een tweetal cliënten uit Klundert resp. Maarheeze. Zij stellen zich op het standpunt dat het BR onrechtmatig handelt door in strijd met verdragsbepalingen hen te verplichten mee te werken aan het alcoholslotprogramma terwijl zij reeds bestraft zijn binnen het strafrecht. De Raad van State heeft in maart jl. geoordeeld dat de regelgeving rondom het ASP onverbindend is. Het ASP was echter ten tijde van deze uitspraak van de Raad van State reeds onherroepelijk opgelegd
Hoewel de kort geding-rechter onder ogen ziet dat mensen aan wie vóór oktober 2014 reeds een ASP was opgelegd buiten de boot vallen, krijgen deze mensen toch hun rijbewijs niet terug. Reden hiervoor is dat de Raad van State in haar uitspraak reeds heeft bepaald dat onherroepelijk opgelegde alcoholslotprogramma’s door deze uitspraak in het kader van rechtszekerheid niet worden heroverwogen. De kort geding-rechter respecteert deze beslissing van de Raad en ziet in kort geding geen ruimte om deze door de Raad van State aangebrachte beperking te doorbreken. Het gerechtshof wordt thans gevraagd of deze motivering juist is.
Het kort geding is namens de cliënten aanhangig gemaakt door vijf advocaten en juristen, waaronder juridisch medewerker van ons kantoor Nico de Vries. Zij staan gezamenlijk tientallen mensen bij die het ASP opgelegd hebben gekregen.