Op 27 mei jl. heeft de politie diverse spullen in beslag genomen onder een 28-jarige man die een onderneming drijft in Franeker. De in beslag genomen spullen betroffen onder meer kweektenten, filters, ventilatoren, stekblokken en lampen. Op 9 juni jl. zijn de spullen echter weer terug gegeven. Het lijkt er op dat de aanpassing van de Opiumwet de politie aanzet tot overhaast en onzorgvuldig handelen.
Onze cliënt heeft een winkel waarin hij naast andere zaken ook groentezaden en kweekbenodigdheden ten behoeve van de kweek van groente verkoopt. De zaden zijn niet in beslag genomen. De wel in beslag genomen zaken zijn nodig voor de kweek van groente. Deze kunnen ook in bouwmarkten en tuincentra worden gekocht.
Sinds 1 maart jl. is het verboden om stoffen of voorwerpen te verkopen waarvan men weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van hennepteelt voor zover deze teelt plaatsvindt in de uitoefening van een beroep of bedrijf of betrekking heeft op een grote hoeveelheid. Onze cliënt stelt op geen enkele wijze een relatie met hennep te hebben gelegd noch te hebben kunnen leggen. Hij betwist een strafbaar feit te hebben gepleegd. De kopers van de voorwerpen zijn mensen die geïnteresseerd zijn in de teelt van groente.
Onze cliënt vroeg zijn raadsman Tjalling van der Goot om een klaagschrift tegen de inbeslagneming in te dienen bij de rechtbank in Leeuwarden. Dat is ook gebeurd. De rechter zou – kort gezegd - de vraag hebben moeten beantwoorden of te verwachten is dat cliënt te zijner tijd zal worden veroordeeld. Na indiening van het klaagschrift echter zijn de spullen aan cliënt terug gegeven. Het klaagschrift zal dus niet meer worden behandeld. Het is nog onduidelijk of cliënt nog als verdachte wordt gezien.
De handelwijze van de politie lijkt ondoordacht en overhaast. Producten en voorwerpen die in het algemeen gerelateerd zouden kunnen worden aan de teelt van hennep lijken door de politie ‘lukraak’ in beslag te worden genomen. Terwijl de politie en/of het OM voorafgaande aan het beslag juist moet nagaan of voldaan is aan het vereiste dat de verdachte wist of ernstige reden had om te vermoeden dat de voorwerpen verkocht worden aan klanten die hennep willen telen. Het handelen door de politie duidt in ieder geval niet op een grote mate van zorgvuldigheid.
Wellicht komt dit voort uit een actie van het OM om vermeende growshops aan te pakken. Zo werd de handelsvoorraad van het Urban Garden Center in Leeuwarden op 26 mei jl. in beslag genomen. Het bedrijf betreft een groot- en detailhandel in agrarische producten, bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden. Het richtte zijn aandacht mede op het stadstuinieren, dat sinds een aantal jaren in zwang is. Alvorens echter een klaagschrift tegen de inbeslagneming kon worden ingediend, had het OM de voorraad reeds vernietigd. Een eveneens overhaaste en onzorgvuldige beslissing, nu de onafhankelijke rechter ook in die zaak geen uitspraak over de rechtmatigheid van het beslag heeft kunnen doen maar het voortbestaan van het bedrijf door het beslag wel op de tocht staat.
Het OM heeft om diverse redenen voorlopig de gang naar de rechter voor eigenaren van vermeende growshops afgesloten. Dat betekent dat de onduidelijkheid over de uitleg van de Wet growshopverbod blijft voortbestaan. Uiterste terughoudendheid bij het leggen van beslag in zaken waarbij het überhaupt de vraag is of de rechter te zijner tijd tot een veroordeling komt, is het enige devies. Dit om onomkeerbare gevolgen te voorkomen. Dat is het belang van een zorgvuldige rechtspleging, waarbij de onafhankelijke rechter uiteindelijk het laatste woord heeft.