Op 26 mei jl. heeft de politie op last van het openbaar ministerie het grootste deel van de handelsvoorraad van het bedrijf Urban Garden Center in Leeuwarden in beslag genomen. De inval vond plaats in het kader van een landelijke actiedag tegen growshops. Volgens het OM betroffen de in beslag genomen spullen zaken die kennelijk bestemd waren voor de inrichting en in bedrijf hebben van een hennepkwekerij. Het OM heeft tot verbijstering van de verdediging een dag later via de media laten weten dat alle in beslag genomen zaken reeds zijn vernietigd.
De directeur van de betreffende onderneming is het volstrekt oneens met de aantijging dat sprake zou zijn van een growshop. Het bedrijf betreft een groot- en detailhandel in agrarische producten, bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden. Vanaf 1 maart jl is de Opiumwet aangepast en is het strafbaar om spullen te verkopen waarvan men weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot – kortweg – het opzetten of in stand houden van een hennepkwekerij. Om die reden heeft het bedrijf expliciet in de huisregels vermeld dat niet wordt meegewerkt aan dergelijke verkoop. De huisregels zijn bij het betreden van het pand voor een ieder zichtbaar. Bovendien zijn deze regels op zogeheten contantbonnen vermeld. Ook in de algemene voorwaarden zijn deze huisregels opgenomen; deze voorwaarden zijn op de website van het bedrijf gepubliceerd.
Cliënt stelt dat hij nooit heeft geweten of heeft kunnen weten dat de goederen die hij verkocht bestemd waren voor de hennepkwekerij. Het bedrijf verkoopt zaken die ook te koop zijn bij bouwmarkten en tuincentra. Het richtte zijn aandacht mede op het stadstuinieren, dat sinds een aantal jaren in zwang is.
De directeur van de onderneming heeft direct na de inbeslagneming raadsman Tjalling van der Goot verzocht een klaagschrift bij de rechtbank in te dienen tegen het beslag. De in beslag genomen goederen vertegenwoordigen een geschatte inkoopwaarde van € 120.000,--. Het OM heeft echter een dag na de inbeslagneming, op 27 mei jl. aan het einde van de middag, via de media laten weten dat alle in beslag genomen goederen reeds zijn vernietigd. Op grond van de wet vervalt het beslag na vernietiging. Er is dan geen mogelijkheid meer om een klaagschrift bij de rechtbank in te dienen. Een en ander houdt in dat door deze handelwijze van het OM de verdachte thans rechteloos wordt gemaakt. Het gevolg lijkt dat cliënt zijn bedrijf niet kan voortzetten.
Raadsman Van der Goot acht het onbegrijpelijk dat het OM direct na het beslag tot vernietiging is overgegaan. Juist omdat de regelgeving nieuw is, het bewijs dat cliënt wist of moest weten dat hetgeen hij verkocht bestemd was voor de hennepteelt onduidelijk is en het bovendien nog niet uitgekristalliseerd is hoe rechters in dergelijke zaken met deze materie omgaan, had het in de rede gelegen een onafhankelijk rechter uitspraak te laten doen over de rechtmatigheid van het beslag. Door de ‘overhaaste’ vernietiging van alle spullen wordt de verdediging de mogelijkheid ontnomen om in dit stadium een onafhankelijke rechter hierover een oordeel te vragen. Het OM speelt daarmee in de visie van de verdediging voor eigen rechter. Dat is slecht voor een evenwichtig strafproces.
De gevolgen zijn enorm. Op basis van de huidige stand van zaken zal het bedrijf in Leeuwarden niet kunnen voortbestaan. Indien door het OM vervolging wordt ingesteld, kan de verdediging de rechtbank te zijner tijd ter zitting wel vragen om teruggave van alle in beslag genomen voorwerpen te gelasten. Omdat feitelijke teruggave niet meer mogelijk is, zal na een dergelijk bevel tot teruggave de waarde van de in beslag genomen goederen moeten worden voldaan. Het is echter nog niet bekend of vervolging wordt ingesteld en zo ja, wanneer de strafzaak wordt behandeld.