Advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. Aben heeft bij brief d.d. 7 april 2014 een namens de 56-jarige Engelsman Daniel S. ingediend verzoek om nader onderzoek te verrichten naar een mogelijke onterechte veroordeling afgewezen. Het Gerechtshof in Leeuwarden legde in 2006 onze cliënt een levenslange gevangenisstraf op in verband met de moord in Groningen op Gerard Meesters in 2002. Cliënt heeft het feit altijd ontkend. Daarmee blijft de gerechtelijke uitspraak (vooralsnog|) overeind.
Raadsman mr. Tjalling van der Goot diende reeds op 1 oktober 2012 een verzoek in bij de advocaat-generaal (A.G.) en maakte daarmee gebruik van een per die datum in de wet opgenomen mogelijkheid om een nader onderzoek te laten instellen naar de mogelijkheden van een eventueel later in te dienen herzieningsverzoek bij de Hoge Raad. Onderdeel van het verzoek was het horen van de door het openbaar ministerie veronderstelde opdrachtgever voor de moord Robert D. die in het politieonderzoek nimmer is gehoord. Daarnaast verzocht de verdediging de medeverdachte Steven B. te horen, die wegens medeplichtigheid onherroepelijk is veroordeeld en zijn straf inmiddels heeft uitgezeten.
De verdediging is steeds van mening geweest dat in deze zaak geen veroordeling had mogen volgen. De bewezenverklaring kent een fragiele basis. Zo zijn er geen sporen die cliënt aan het strafbare feit linken. Ook zijn er geen getuigen die cliënt of een op cliënt gelijkende persoon hebben gesignaleerd op de dag van de moord. De medeverdachte Steven B, die zelf onherroepelijk veroordeeld is wegens medeplichtigheid aan de moord tot acht jaren gevangenisstraf, heeft wel belastende verklaringen over cliënt afgelegd.
Voor herziening is een nieuwe omstandigheid (novum) noodzakelijk die, als de rechter daarmee ten tijde van de uitspraak bekend was geweest, zou hebben geleid tot een vrijspraak. Volgens de A.G. is – kortweg - niet te verwachten dat Steven B. en Robert D. over het feit zullen verklaren. Om die reden is het in de visie van de advocaat-generaal “zeer onwaarschijnlijk” dat het door de verdediging verzochte onderzoek het bestaan van een novum zal kunnen onderbouwen. Het verzoek om nader onderzoek te doen wordt om die reden afgewezen.
Klik hier voor de beslissing van de advocaat-generaal.
De verdediging is buitengewoon teleurgesteld in de beslissing. Er wordt – ondanks de wankele bewijsvoering en de hardnekkige ontkenning door cliënt - niet eens een poging ondernomen om te bezien of de veroordeling terecht is. Dat klemt te meer nu aan cliënt de ultieme sanctie levenslang is opgelegd, hetgeen in Nederland normaal gesproken inhoudt dat cliënt tot zijn overlijden gedetineerd blijft. De A.G. werpt op voorhand de handdoek in de ring door aan te nemen dat de belangrijkste getuigen waarschijnlijk toch niets zullen verklaren. Over Robert D. is deze aanname speculatief en ongefundeerd omdat hij nog niet eerder is gehoord in dit onderzoek. Steven B. is weliswaar wel eerder gehoord, maar ten tijde van die verhoren was hij ofwel zelf nog verdachte en had hij om die reden een strafprocessueel belang bij het afleggen belastende verklaringen over cliënt, ofwel afgestraft maar nog gedetineerd (hij verklaarde toen slechts dat hij bleef bij ‘his first statements’ waarbij onduidelijk is gebleven of hij daarmee doelde op de eerste verklaringen waarin hij cliënt niet belastte of op zijn latere verklaringen waarin hij aangaf dat Daniel S. de schutter was). Steven B. heeft inmiddels zijn straf volledig uitgezeten hetgeen zijn bereidheid om over de rol van cliënt te verklaren in de visie van de verdediging zou kunnen vergroten.
Op verzoek van de verdediging zijn in 2010 door de politie enkele getuigen gehoord. De betrouwbaarheid van Steven B. kwam daardoor verder onder druk te staan. Op verzoek van de A.G. bij de Hoge Raad heeft het NFI laten weten dat onderzoek naar celmateriaal op de deurbel van het slachtoffer “niet zinvol” was.
De verdediging blijft zich inspannen om omstandigheden te achterhalen die te zijner tijd mogelijk wel reden kunnen zijn voor een onderzoek naar een novum voor herziening. Dat is een lastige klus omdat zij deze inspanningen zelf en voor eigen rekening moet (laten) verrichten. Bovendien is veel onderzoek (denk aan het horen van getuigen in het buitenland) niet mogelijk zonder tussenkomst van de justitiële autoriteiten.