Het openbaar ministerie is niet in hoger beroep gekomen tegen de vrijspraak van een 59-jarige inwoner van Wichmond. Onze cliënt werd verweten in de jaren 2009 en 2010 als verpleegkundige op de psychiatrische afdeling (PAAZ) van het Gelre ziekenhuis te Apeldoorn ontucht te hebben gepleegd met een patiënte. Deze patiënte was ten tijde van de verweten feiten 19 en 20 jaren oud. De seksuele contacten zouden volgens het OM hebben plaatsgevonden op de kamer van de aangeefster ten tijde van haar verblijf op de PAAZ en op diverse plekken in de omgeving in de periode nadat zij uit de PAAZ was ontslagen.
Cliënt heeft altijd stellig ontkend zich aan een strafbaar feit te hebben schuldig gemaakt. Hij heeft uit betrokkenheid bij het welzijn van zijn patiënte ook na het verblijf contact gehouden met haar. Ook gaf hij aan haar en diverse andere personen met soortgelijke (persoonlijkheids)stoornissen een training.
De rechtbank in Zutphen sprak vrij omdat zij geen bewijs aanwezig achtte voor de verweten seksuele gedragingen. De door de aangeefster aan de politie overhandigde sms-berichten van cliënt waren voor de rechtbank onvoldoende voor het bewijs. Cliënt ontkende de verzender van deze sms-berichten te zijn geweest. Los hiervan achtte de rechtbank de berichten onvoldoende om de aangifte te ondersteunen. De rechters constateren dat de aangeefster wisselende verklaringen heeft afgelegd, bijvoorbeeld over de frequentie en de momenten van het misbruik. De politie heeft nagelaten om hiernaar nader onderzoek te doen, zoals door het horen van getuigen. “Uitgebreidere verificatie had – mede tegen de achtergrond van de beschikbare medische informatie over aangeefster – niet misstaan.”
Klik hier voor de uitspraak van de rechtbank.
De officier van justitie eiste ter zitting een gevangenisstraf van één jaar.
Nu het OM heeft afgezien van hoger beroep, is de vrijspraak definitief. Vanzelfsprekend is de verdediging zeer tevreden met deze goede afloop in de strafzaak. Cliënt is destijds echter wel door zijn werkgever ontslagen en heeft sindsdien geen verklaring omtrent het gedrag kunnen krijgen vanwege de verdenking. Werken als verpleegkundige is voor cliënt na de aangifte om die reden buitengewoon lastig geweest. Raadsman mr. Tjalling van der Goot zal met cliënt binnenkort overleggen omtrent het indienen van een verzoek tot schadevergoeding. Dit verzoek zal met name zien op vergoeding van de gemaakte kosten voor rechtsbijstand, voor geleden schade als gevolg van het ondergane voorarrest en voor de kosten het inschakelen van een deskundige. De termijn om een verzoek tot schadevergoeding in te dienen bedraagt drie maanden na het einde van de zaak.