Op zondag 26 mei jl. is door Omrop Fryslân de maandelijkse (Friestalige) gesproken column van mr. Tjalling van der Goot op de radio uitgezonden.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
“Friese verdachte: Praat mar Frysk!
Afgelopen week heb ik een strafzaak in het Fries bepleit. Het heeft gek genoeg het nieuws niet gehaald. Het zou eigenlijk ook geen nieuws moeten zijn en toch is het zelfs in Fryslân een grote uitzondering.
De zaak betrof een dodelijk verkeersongeval bij Wâlterswâld in februari afgelopen jaar. Een jonge vrouw uit Driezum moest zich voor de rechters verantwoorden. Ze zou mogelijk schuld hebben aan dit trieste voorval. Dergelijke ernstige zaken worden steevast behandeld door een meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters. Ook de ondervraging door deze drie rechters van de rechtbank, alsmede het voordragen van de eis door de officier van justitie gebeurde in de Friese taal. Vanzelfsprekend was de reden hiervoor dat de verdachte zelf ook Fries sprak en het haar voorkeur had dat zij haar zegje in het Fries deed. Voor zover ik weet, heeft een dergelijke Friese zitting bij de meervoudige strafkamer nooit eerder plaatsgevonden. Uniek dus.
Moeten wij hier blij mee zijn?
Op zichzelf ben ik ingenomen met het feit dat de rechters in de rechtbank de Friese taal actief beheersten en ook bereid waren om alles in het Fries te doen. Voor mijn cliënt, de verdachte, was dat een uitkomst. Maar eigenlijk zou het Fries op de zitting normaal moeten zijn.
In 1998 kopte de Leeuwarder Courant op de voorpagina “Strafzaken in het Fries behandeld”. Een aantal zittingen ten overstaan van de politierechter in Leeuwarden werd destijds ook in het Fries gevoerd. Bij de politierechter worden eenvoudige zaken behandeld, zoals het rijden onder invloed van alcohol. Ook destijds was ik in deze zaken de advocaat. Toen was het nieuws, 15 jaar geleden. Maar er is helaas niet veel veranderd sindsdien.
Het is een goede zaak dat het Fries de ruimte krijgt in het strafrecht. De verdachte moet zich vrij voelen om te verklaren. De rechters krijgen op deze wijze de meeste informatie los om tot de beste beslissing te komen. Als er veel emoties aanwezig zijn, is de moedertaal het allerbest. Het gebruik van de Friese taal in de rechtzaal kan om die reden niet genoeg gestimuleerd worden. Maar gebeurt dat ook?
Het gebruik van het Fries in de rechtzaal is in de wet verankerd. Bovendien hangen naast de toegangsdeur van alle zittingszalen in het gerechtsgebouw in Leeuwarden bordjes met de tekst dat Fries gesproken kan worden. En als advocaat informeer ik mijn cliënten vanzelfsprekend dat zij het recht hebben om Fries te spreken. Desondanks gebeurt dat nog te weinig.
Nu de Rechtbank Leeuwarden sinds begin dit jaar is opgegaan in de Rechtbank Noord-Nederland en het Openbaar Ministerie in Groningen zetelt, komen er in Leeuwarden meer professionele procesdeelnemers van over de provinciegrens over de vloer. Een officier van justitie uit Assen, een rechter uit Groningen, het is niet meer dat Leeuwarder zaken ook enkel door Leeuwarder rechters en officieren van justitie worden behandeld. De ruimte voor de verdachte om Fries te spreken staat daardoor onder druk. Daar komt bij dat het nu zelfs zo kan zijn dat Friese strafzaken buiten de provicie Fryslân worden afgedaan. De Rechtbank Noord-Nederland heeft immers ook zitting in Groningen en Assen, en het gerechtshof in Leeuwarden is gefuseerd met het hof in Arnhem, waardoor zittingen in hoger beroep ook in Arnhem kunnen plaatsvinden. Het maakt de drempel om het Fries te gebruiken alleen maar hoger.
Men zal zich moeten inspannen om het Fries op de kaart te houden. Het meer gebruiken van het Fries in strafzaken is een belangrijk onderdeel hiervan. Dat kan op verschillende manieren. Zo ben ik er een groot voorstander van dat het recht om Fries te spreken al op de dagvaarding is verwoord. Deze dagvaarding krijgt elke verdachte van tevoren immers in de brievenbus. Bovendien zou het recht om Fries te spreken moeten worden uitgebreid naar de zittingslocaties buiten Fryslân, zoals Groningen, Assen en Arnhem. Niet om als Friezen dwars te liggen, maar om op te komen voor de eigen taal en ten behoeve van het verhogen van de kwaliteit van de rechtspraak. Wat heeft een rechter eraan als de verdachte zich beter kan uiten in het Fries en hij bij de vertaling naar het Nederlands de belangrijkste zaken vergeet? Om het helemaal compleet te maken zouden de processen-verbaal van de zittingen in het Fries moeten worden opgemaakt, zouden de baliemedewerkers in het gerechtsgebouw in Leeuwarden zoveel mogelijk Friestalig moeten zijn en zouden de vonnissen die veertien dagen na een Friestalige zitting worden uitgesproken ook in het Fries moeten worden uitgsproken.
Is dit overdreven, niet realistisch, doordrammerig? Ik weet het niet, misschien. Maar het is lastig te verklaren dat een Somaliër of een Engelsman alle ruimte krijgt ter zitting zijn eigen taal te spreken, maar dat een Fries het gevoel heeft dat hij hierin wordt beperkt. En dat terwijl het Fries de tweede officiële rijkstaal is. Er is een Kneppelfreed (Knuppelvrijdag, 1951) voor nodig geweest om de Friese taal een plekje te geven in het rechtsverkeer. Laat dan mijn pleidooi om het gebruik van het Fries uit te breiden dan ook maar als een ‘knuppeltje in het hoenderhok’ worden beschouwd.”