Cliënt erkent op de bewuste nacht te hebben ingebroken in de kantine. Daarbij heeft hij op enig moment een fles curry in een magnetron gedaan. Op TV stelt cliënt eens te hebben gezien dat na verloop van tijd de curryfles uiteenspat, waardoor de curry tegen de muur terecht zou komen. Achteraf geeft cliënt aan dat dit idee uitermate vervelend en laf is geweest. Op dat moment echter geeft cliënt aan niet over de gevolgen te hebben nagedacht. Nadat cliënt rook uit de magnetron heeft zien komen, heeft hij de hete fles curry op het fornuis gelegd en is weggegaan. Daarna is brand ontstaan.
Volgens het OM is de magnetron in brand gevlogen waardoor brand in het sportcomplex is ontstaan. Het complex is uitgebrand. Volgens het OM heeft cliënt bewust een groot risico genomen door een curryfles in de magnetron te doen. Er is sprake van opzettelijke brandstichting. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Als bijzondere voorwaarde zou cliënt verplicht contact met Verslavingszorg moeten onderhouden.
De verdediging is gevoerd door mr. Tjalling van der Goot. Hij bepleitte vrijspraak van brandstichting. Uit technisch onderzoek is de brandoorzaak niet komen vast te staan. De brand kan zijn ontstaan door de magnetron, maar zou ook het gevolg kunnen zijn van aanraking van de hete curryfles met brandbaar materiaal, door smeulende peuken op het tapijt of door een andere oorzaak. Bovendien is opzet bij cliënt al helemaal niet aan de orde. De raadsman betoogde bovendien dat gelet op de persoonlijkheid van cliënt het minderjarigenstrafrecht van toepassing moet worden verklaard. In dat kader wees hij op deskundigen die onze cliënt op emotioneel niveau zien als een 15/16-jarige. Naast een (lagere) jeugddetentie en contact met de jeugdreclassering, stelde de raadsman tevens een leerstraf en een werkstraf voor.
De rechtbank doet uitspraak op 8 oktober a.s. om 13.30 uur.