Het gerechtshof in Leeuwarden boog zich vandaag over de zaak tegen Vincent Everts. Onze cliënt was in 2017 staande gehouden in zijn Tesla met Autopilot. Cliënt reed op de snelweg en had een mobiele telefoon in zijn handen. Hij werd daar vervolgens voor bekeurd.
De cruciale vraag is of cliënt het voertuig feitelijk bestuurde. Een deel van het rijgedrag wordt immers door de hardware van de Autopilot gedaan (remmen, sturen). Raadsman Tjalling van der Goot wees op de totstandkoming van het verbod. De Minister stelde in 2002 dat alleen degene die het voertuig bestuurt onder het verbod valt, dat hoeft niet dezelfde te zijn als de bestuurder. Als voorbeeld is toen gewezen op een rijinstructeur die wel bestuurder (en dus verantwoordelijk) is maar niet degene die de auto bestuurt (dat is nl./ de leerling). Een rijinstructeur mag dus bellen, nota bene terwijl deze in een lesauto dubbele bediening heeft., De instructeur moet zijn leerling in de gaten houden, dient alert te zijn in het verkeer en moet ingrijpen als het nodig is. En onderwijl mag deze volgens de wetgever bellen, terwijl cliënt met een verkeerveiligheid verhogende applicatie in zijn auto niet zou mogen bellen.
Indien het verweer niet mocht slagen, heeft de verdediging verzocht om matiging van de sanctie als signaal naar de politiek. Duidelijk is dat de wetgever achter de feiten aanloopt waardoor achteraf discussie is over de uitleg van de wet en regelgeving. De wetgever zou mee moeten lopen met de technologie. In zoverre heeft cliënt het hoger beroep mede bedoeld om als een oproep aan politiek Den Haag om vooral wakker te blijven en wetgeving voor te bereiden voor nieuwe technologische uitdagingen zoals de geheel autonome zelfrijdende auto.
Klik hier voor de pleitnota van de verdediging.
Het OM handhaafde het standpunt dat cliënt in zijn Tesla met geactiveerde Autopilot geen telefoon mag vasthouden. De opgelegde sanctie daarvoor is in de ogen van het OM terecht geweest.
Het hof doet uitspraak op 31 juli a.s.