Op 31 maart 2011 heeft de raadkamer in de rechtbank te Amsterdam in de zaak Robert M. het hoger beroep behandeld dat door de verdediging was ingesteld. Dat appel richtte zich tegen de beslissing van de rechter-commissaris om cliënt in het Pieter Baan Centrum te laten observeren. Cliënt heeft echter aangegeven geen medewerking aan een gedragsdeskundig onderzoek te willen verlenen.
De behandeling van het beroep heeft achter gesloten deuren plaatsgevonden. Raadsman mr. Tjalling van der Goot heeft het hoger beroep in raadkamer nader toegelicht. Over de inhoud van deze zitting kunnen echter – gelet op het besloten karakter –geen mededelingen worden gedaan.
De voorzitter van de raadkamer heeft tijdens de behandeling aangegeven dat een uitspraak “over enkele dagen” kon worden verwacht. Nadien is namens de rechtbank echter medegedeeld dat de uitspraak “naar verwachting in de tweede helft van volgende week” valt te verwachten.
Eerder op de dag deed de rechtbank uitspraak naar aanleiding van de pro forma behandeling op 17 maart jl. Klik hier voor de uitspraak. De rechtbank heeft bevolen dat deskundigen moeten onderzoeken welke gevolgen seksueel misbruik heeft op jonge kinderen en op de betrokken gezinnen. Daarnaast is aan de ouders die kenbaar hebben gemaakt te zijner tijd een vordering tot schadevergoeding te zullen indienen (benadeelde partij) een recht gegeven op afgifte van stukken die betrekking hebben op hun kind. Het gaat dan met name om de verklaring van cliënt, althans de passage uit deze verklaring die op dit kind betrekking heeft.
De rechtbank heeft nog geen beslissing genomen op de vraag of ouders spreekrecht kunnen uitoefenen. De verdediging stelde ter zitting op 17 maart jl. dat de wet hiervoor geen ruimte biedt.
De zaak zal verder worden behandeld op vrijdag 17 juni a.s. om 11.00 uur.