Op 21 augustus jl. besliste het Gerechtshof te Leeuwarden dat de principiële wietteler Doede Jong uit Appelscha niets hoeft te betalen aan de Staat als het gaat om genoten wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het Hof was het met de verdediging eens dat de rapportage wederrechtelijk verkregen voordeel (die de vordering moest onderbouwen) onvoldoende afgestemd was op de situatie waarvan bij Doede de Jong sprake was: biologische buitenteelt. De rapportage ging uit van binnenkweken met kunstlicht.
Het Hof meent dat het rapport geen grondslag kan vormen voor een reële schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Ook acht het Hof – over wat er verder aan materiaal was – onvoldoende wat de politie daarover aangaf (dat was onvoldoende betrouwbaar), de beschikbare foto’s zeggen ook niets en is er ook geen financieel onderzoek gedaan bij Doede de Jong om eventuele illegale inkomsten vast te stellen.
Het Hof gaat dan uit van de verklaring van Doede de Jong zelf, dat hij in 2009 eenmaal heeft geoogst. Dat leverde hem volgens het Hof een voordeel op van € 720 bruto, maar na aftrek van de door de Jong gemaakte kosten blijft er geen voordeel meer over. De kosten overstijgen de opbrengsten. Enkel de kosten van het bestrijden van spint zaten al tussen € 600 en € 700.
De vordering van het Openbaar Ministerie van ongeveer € 500.000 werd daarom ook afgewezen. Doede de Jong heeft dus geen wederrechtelijk verkregen voordeel genoten.
Klik hier voor het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Doede de Jong is uiteraard blij met de uitspraak en hoopt dat er na een lange onzekere tijd definitief een streep onder de zaak kan worden gezet. Dat is echter afhankelijk van de vraag of het Openbaar Ministerie beroep in cassatie zal aantekenen tegen de beslissing van het Hof. De termijn daarvoor bedraagt 14 dagen.