De 43-jarige man uit Suwâld in wiens schuur in december 2017 een XTC-laboratorium werd gevonden, blijft voorlopig vast. Dat heeft de rechtbank in Leeuwarden hedenmiddag tijdens een pro formazitting bepaald. Raadsman Tjalling van der Goot had verzocht om het bevel voorlopige hechtenis op te heffen dan wel zijn cliënt onder voorwaarden voorlopig in vrijheid te stellen. Volgens de rechtbank echter zijn er thans nog voldoende aanwijzingen dat onze cliënt betrokken zou kunnen zijn geweest bij het lab. De inhoudelijke behandeling is vastgesteld op 18 mei a.s.
Onze cliënt ontkent elke betrokkenheid bij het lab. Uit onderzoek is gebleken dat hij de schuur heeft verhuurd. Er is een huurcontract opgemaakt. Cliënt beschikte over een ID-bewijs van de huurder. Gebleken is dat kennelijk misbruik is gemaakt van de identiteit van de persoon op wiens naam de schuur is gehuurd. Deze persoon stelt van niets te weten. De feitelijke gebruikers zijn door de politie nog niet opgespoord.
Er zijn geen belastende sporen van cliënt aangetroffen in de schuur. Er zijn geen belastende getuigen. Personen die in de nabijheid wonen, hebben verklaard nimmer de indruk te hebben gehad dat in de schuur illegale praktijken plaatsvonden.
De verdediging heeft de afgelopen periode tweemaal hoger beroep ingesteld tegen beslissingen met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Beide keren verklaarde het gerechtshof in Leeuwarden het beroep ongegrond.