De verdediging heeft heden tijdens een regiezitting bij het gerechtshof in Leeuwarden in de kwestie van het mestsilodrama in Makkinga verzocht om nader onderzoek. Op 10 maart jl. veroordeelde de rechtbank Overijssel de besloten vennootschap Heeres Mix & Pomptechniek te Abbega en haar directeur. Op 19 juni 2013 zijn tijdens reinigingswerkzaamheden in een mestsilo in Makkinga door werknemers van het bedrijf drie mannen overleden en is een vierde zwaargewond geraakt. De rechtbank achtte bewezen dat de onderneming en de directeur de Arbeidsomstandighedenwet hebben overtreden waardoor een levensgevaarlijke situatie kon ontstaan.
Volgens cliënten heeft het door de eigenaar van de silo illegaal toevoegen van spuiwater (een chemische afvalstof) aan de rundermest een verhoogde concentratie giftige gassen tot gevolg gehad. Daardoor moet het overlijden worden verklaard. De silo bevatte die bewuste dag nog slechts een klein laagje mest. In de silo was eerder spuiwater toegevoegd. Onder de koek van mest heeft zich naar alle waarschijnlijkheid nog een hoeveelheid spuiwater bevonden. Cliënt was van deze toevoeging niet op de hoogte. Het feit dat cliënt jarenlang zonder enig probleem heeft gewerkt in mestsilo’s waaraan geen spuiwater was toegevoegd, lijkt een indicatie dat zonder spuiwater de gevaren niet of minder aanwezig waren.
Tijdens de voorbereiding van het hoger beroep heeft de verdediging geconstateerd dat het deskundigenonderzoek in eerste aanleg (door een afdeling van de universiteit in Wageningen) niet onafhankelijk blijkt te zijn geweest. De eigenaar van de silo is en was werkzaam bij een bedrijf dat zich – onder meer – bezig houdt van het vervoer en de opslag van spuiwater en met de advisering hierin. Dat bedrijf heeft – zo is gebleken – een samenwerkingsverband met de universiteit van Wageningen. De verdediging stelt dat ernstig getwijfeld kan worden aan de onafhankelijkheid van het onderzoek en aan de op basis van dat onderzoek getrokken conclusies. De verdediging heeft het hof gevraagd een nieuw deskundigenonderzoek te gelasten, waarbij – in tegenstelling tot het onderzoek in eerste aanleg – ook proefondervindelijk moet worden onderzocht welke effecten het toevoegen van spuiwater aan rundermest in een zuiglege silo heeft.
Door cliënten is daarnaast in de aanloop naar de regiezitting een eigen onderzoek opgestart. Zo is onderzoek gedaan in silo’s met een min of meer vergelijkbare inhoud als de silo in Makkinga in 2013, doch zonder dat spuiwater was toegevoegd. Uit dat onderzoek in tien silo’s komt naar voren dat nergens de giftige damp H2S (waterstofsulfide of zwavelwaterstof) is gedetecteerd. H2S heeft uiteindelijk tot het overlijden geleid. Ook uit deze bevindingen lijkt naar voren te komen dat het overlijden kan worden verklaard door de toevoeging van spuiwater. De verdediging heeft het hof verzocht een dergelijk onderzoek te laten verrichten door een deskundige in een representatieve selectie van silo’s met een vergelijkbare inhoud als de silo in Makkinga.
Het openbaar ministerie verzette zich tegen toewijzing van de verzoeken om nader onderzoek. Volgens de vertegenwoordiger van het OM is er geen reden voor twijfel aan de resultaten van het onderzoek door de universiteit van Wageningen. Raadsman Tjalling van der Goot vroeg zich af in hoeverre deskundigen van de universtiteit zich vrij voelen belastende conclusies te trekken over de medewerker van een zakenpartner. “Dit onderzoek zit vol met vraagtekens. Deze trieste zaak verdient geen vraagtekens maar een onderzoek waarbij – letterlijk en figuurlijk – de kwestie in onafhankelijkheid tot de bodem moet worden uitgezocht.”
Het hof doet uitspraak op dinsdag 19 december a.s. om 13.30 uur. Afhankelijk van eventueel nader onderzoek, zal daarna een datum worden vastgesteld voor de inhoudelijke behandeling.