Een 31-jarige man uit Leeuwarden heeft van de rechtbank in Leeuwarden voor betrokkenheid bij een dodelijk verkeersongeval nabij Donkerbroek een fors lagere straf gekregen dan geëist. Onze cliënt moet van de rechtbank een gevangenisstraf van zes maanden ondergaan en een rij-ontzegging van drie jaren. Twee weken eerder eiste het openbaar ministerie nog een gevangenisstraf van achttien maanden en een rijontzegging van vijf jaren.
Op 8 november 2015 kwam het door cliënt bestuurde voertuig in aanraking met een tegemoetkomende auto op de N381 tussen Donkerbroek en Oosterwolde. Daarbij kwam een 52-jarige inzittende van die auto om het leven en raakte diens 54-jarige vrouwelijke partner zwaargewond.
Volgens de rechtbank verkeerde onze cliënt die dag in een emotionele toestand als gevolg van relatieproblemen. Bovendien was hij ziek door een abces in de keel waarvoor hij kort ervoor geopereerd was. Tijdens het rijden heeft onze cliënt meermalen geappt met zijn vriendin. Hoewel niet kan worden vastgesteld dat deze omstandigheden direct van invloed zijn geweest op het ongeval, overweegt de rechtbank dat in onderling verband beschouwd deze hebben geleid tot een verminderde aandacht bij het verkeer.
Cliënt beriep zich op een black-out. Een medische aandoening in combinatie met medicijnen zouden hem kort hebben doen wegvallen. Daardoor is hij in een flauwe bocht naar rechts op de verkeerde weghelft terecht gekomen. De rechtbank acht dit verweer echter niet aannemelijk omdat hiervoor onvoldoende medische aanknopingspunten naar voren zijn gekomen.
Primair werd cliënt doodslag en poging doodslag verweten. Cliënt moet dan bewust op een andere auto hebben ingereden of bewust onverantwoorde fatale risico’s hebben genomen. De rechtbank heeft cliënt van dit feit vrijgesproken. Hoewel cliënt emotioneel was en uit wanhoop en om de aandacht van zijn vriendin te trekken berichten via de app heeft gestuurd waaruit zou kunnen worden afgeleid dat cliënt van plan zou zijn tegen een boom te rijden, betwist cliënt dat de inhoud van deze berichten serieus moeten worden genomen. De rechtbank gaat hierin dus mee. Ook het OM eiste vrijspraak van dit feit.
Volgens de rechtbank heeft cliënt schuld aan het ongeval en heeft hij zeer onvoorzichtig gereden. Voor de strafoplegging zoekt de rechtbank aansluiting bij straffen die in verglijkbare zaken worden opgelegd. Cliënt is nimmer eerder veroordeeld. Wel overweegt de rechtbank dat uit onderzoek is gebleken dat hij eerder te hard heeft gereden en foto’s via zijn telefoon heeft verstuurd tijdens het rijden. De rechtbank weegt mee dat cliënt zelf deze gevolgen ook niet heeft gewild en berouw heeft getoond.
De opgelegde gevangenisstraf is hoger dan de werkstraf die raadsman Tjalling van der Goot voorstelde. Anderzijds is de straf aanzienlijk lager dan de eis van het OM.
Tegen het vonnis kan door de verdediging en door het OM binnen veertien dagen hoger beroep worden ingesteld. Op dit moment is niet bekend of van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt.