Vervolging van politieagenten komt steeds vaker voor. Deze ontwikkeling kan ten dele worden verklaard door een toename van ingediende klachten bij het gerechtshof tegen beslissingen van het OM om de agent niet te vervolgen, een zogeheten artikel 12-procedure. Uit recent onderzoek blijkt dat aangevers in 2014 ruim 3100 keer een dergelijke klacht indienden, een stijging van 57% ten opzichte van zeven jaren daarvoor. Hoewel – voor zover bekend - tot op heden geen onderzoek is gedaan naar de vraag hoe vaak een klacht leidt tot een bevel tot vervolging, overheerst het gevoel dat het hof steeds vaker opdracht aan het openbaar ministerie geeft om na een sepot een verdachte politieman toch te vervolgen. Overwegingen van een gerechtshof in een beslissing waarin is opgenomen dat op grond van het maatschappelijk belang afdoening door de strafrechter – die in alle openbaarheid feiten en omstandigheden kan wegen en bepalen of een, en zo ja, welke, strafrechtelijke sanctie passend is – in dit geval geboden is, komen steeds vaker voor.
Voor politieagenten die in het kader van hun beroep geweld hebben moeten toepassen is dit een slechte ontwikkeling. Indien immers aangifte tegen een agent wordt gedaan en het OM van mening is dat het door deze agent toegepaste geweld proportioneel was, kan de aangever (meestal de aangehouden verdachte tegen wie geweld is gebruikt) via het gerechtshof met succes vervolging afdwingen. De betrokken agent moet zich dan in het openbaar verantwoorden tegenover de strafrechter.
Zo ook op 28 februari jl. Toen stonden twee politieagenten van de politie-eenheid Noord-Nederland terecht ten overstaan van de meervoudige kamer in de rechtbank in Leeuwarden. Hans Anker voerde de verdediging. Beide cliënten worden verdacht van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel althans van een poging daartoe. De betreffende agenten wilden een fietsende man aanhouden in verband met een woninginbraak in Leeuwarden. Met hun dienstvoertuig tikten zij – zo verklaarden zij ter terechtzitting – licht de achterzijde van de fiets aan. Uiteindelijk viel de man in een naastgelegen grasveld.
Veel bleef onduidelijk. Was het letsel ontstaan door die val of al eerder bij het verlaten van het pand waarin zou zijn ingebroken? Was er sprake van opzet of schuld? Was er sprake van medeplegen?
Volgens Anker moet vrijspraak volgen, dan wel ontslag van alle rechtsvervolging.
De handelwijze van cliënten moet als proportioneel gezien worden. Zij handelden ter uitvoering van een wettelijk voorschrift. Zij wilden voorkomen dat de fietser met de mogelijke buit zou ontkomen.
De uitspraak is bepaald op 14 maart a.s. te 13.00 uur.