Het gerechtshof in Leeuwarden heeft in het hoger beroep in de zogeheten Jumbo-zaak in een tussenuitspraak op 15 december jl. een aantal verzoeken van de verdediging tot nader onderzoek gehonoreerd.
Volgens het hof is het noodzakelijk dat door het NFI wordt onderzocht in hoeverre het eerder uitgevoerde onderzoek naar soldeertin representatief is. Het NFI heeft eerder soldeertin in de woning van cliënt vergeleken en daarbij een onderzoek gedaan naar de verkrijgbaarheid van soldeertin in het algemeen. De resultaten van dat onderzoek zijn door de rechtbank voor het bewijs gebruikt. Dat onderzoek was gebaseerd op soldeertin dat bij medewerkers van het NFI thuis aanwezig was. Het hof wil geïnformeerd worden of de door het NFI gekozen monsters een representatief beeld geven van de op de markt beschikbare monsters. Bovendien wil het hof weten of de aanname van het NFI dat er geen regionale verschillen in verkrijgbaarheid van soldeertin bestaan juist is.
Daarnaast beveelt het hof onderzoek naar de vraag of vlak voor de aanhouding van cliënt op 9 oktober 2015 – kortweg - gebruik is gemaakt van het TOR-netwerk. De dreigmails naar Jumbo zijn verzonden via TOR.
Het hof heeft de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden met een maximum van drie maanden. Naar verwachting zal in maart 2017 de behandeling van het hoger beroep worden voortgezet.
Cliënt, de 51-jarige Alex O., is in juli jl. veroordeeld wegens het leggen van explosieven bij een tweetal vestigingen van supermarktketen Jumbo in Groningen, het sturen van een verjaardagskaart met explosieven naar Jumbo in Zwolle en het verzenden van dreigmails waarin Jumbo onder dreiging van meer bommen werd gedwongen tot het afgeven van 2000 bitcoins. Aan cliënt is acht jaren gevangenisstraf opgelegd. Cliënt ontkent elke betrokkenheid bij de feiten.