Is de door het openbaar ministerie vervolgde 46-jarige man ook de man die in juni 2015 in café Het Pakhuis in Groningen journaliste Rosa Timmer in haar kruis greep? Die vraag stond vandaag centraal in de strafzaak ten overstaan van de meervoudige kamer in de rechtbank in Groningen. Volgens raadsman Tjalling van der Goot is er zoveel twijfel of zijn cliënt ook de dader is, dat hij primair verzocht om vrijspraak.
De zaak is bekend geworden onder de ‘kruisgrijpzaak’. Op 6 juni 2015 werd Rosa Timmer ’s avonds tijdens het stappen in haar kruis betast. Zij heeft direct daarop de man een klap gegeven en is doorgelopen. Van de aanranding deed zij aangifte. Ze zocht zelf de publiciteit toen zij vond na de melding laconiek te worden bejegend door het personeel van het café en door de politie.
Het bewijs is uiterst wankel. Niemand heeft – ondanks de drukte in het café - het incident gezien. Cliënt kan zich van die avond niets herinneren als gevolg van overmatig alcoholgebruik. De aangeefster heeft het verhaal wel aan derden verteld. Volgens de verdediging blijft echter de bron voor het bewijs dezelfde, nl. slechts de aangeefster. Volgens de wet is een veroordeling niet mogelijk op basis van de verklaring van één getuige. De aangeefster heeft later die avond in het café een foto gemaakt van de persoon van wie zij stelt dat deze haar heeft betast. Die foto is van cliënt. Het is zeer wel mogelijk dat de aangeefster gedacht heeft dat cliënt de dader was en om die reden een foto heeft gemaakt. Een dergelijke vergissing is aannemelijk omdat haar partner stelt te hebben gezien dat de aangeefster een klap aan iemand gaf maar daarbij een signalement geeft dat niet duidt op onze cliënt.
Volgens het openbaar ministerie is het bewijs te leveren. De officier van justitie vroeg een signaal dat dergelijke feiten in het uitgaansleven niet geduld worden. In de visie van het OM moet cliënt om die reden veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van 31 dagen waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast eiste het OM een werkstraf van 10 uren.
Voor het geval de rechtbank onze cliënt zou veroordelen, hekelde de verdediging de publiciteit rondom de zaak. Volgens Van der Goot moet niet vooraf in de media de schuldvraag worden beantwoord maar is dat oordeel juist aan de onafhankelijke rechter. Het OM heeft bovendien ten onrechte een ongecensureerde foto van cliënt op internet geplaatst. Volgens de verdediging waren andere mogelijkheden aanwezig en was deze publicatie disproportioneel. Tot op de dag van vandaag heeft cliënt last van deze gepubliceerde foto. De eis van het OM is volgens de raadsman niet passend bij de feiten, niet passend bij min of meer vergelijkbare zaken en niet passend vanwege de enorme impact in het privéleven van cliënt. Van der Goot vroeg – voor zover het bewijs te leveren zou zijn - aan de rechtbank om te volstaan met een geheel voorwaardelijke straf.
De rechtbank doet uitspraak op 22 juli a.s. om 13.00 uur.