Op zondag 19 juni jl. is door Omrop Fryslân de laatste maandelijkse (Friestalige) gesproken column van Tjalling van der Goot op de radio uitgezonden. Klik hier voor het beluisteren van de column.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
“Mijn laatste gesproken column voor Omrop Fryslân. Vijf jaar lang heb ik gepro-beerd het strafrecht dichter bij de mensen te brengen en uitleg te geven over het soms moeilijk te begrijpen beroep van strafadvocaat. Maar aan alles komt een eind. En bij een einde hoort ook een terugblik.
Ik heb de columns nog eens terug gelezen. Over het alcoholslot, over growshops, over Friese zaken buiten Fryslân, maar vooral over mijn zorg over de rechten van verdachten en veroordeelden in het huidige klimaat dat zich kenmerkt door harder optreden en zwaarder afstraffen. En na vijf jaar van columns zijn die zorgen niet verdwenen. Zo zijn er nog steeds wetsvoorstellen aanhangig om de rechten van verdachten en veroordeelden in te perken. Bijvoorbeeld om veroordeelden mee te laten betalen aan hun eigen strafproces. Er zijn nog steeds plannen voor verdere bezuinigingen in de pro deo praktijk. En er is nog altijd strijd over de rol van een advocaat tijdens een politieverhoor. En toch bemerk ik een kleine kentering.
Zo ging de afgelopen week de Eerste Kamer niet akkoord met het zojuist ge-noemde voorstel om veroordeelden mee te laten betalen aan hun proces. En onder druk van rechters is de staatssecretaris bezig om in het kader van een levenslange gevangenisstraf na tal van jaren een toetsing in te bouwen. Op die wijze krijgen alle veroordeelden, ook zij die de ultieme straf hebben gekregen, de mogelijkheid om te zijner tijd terug te keren in de vrije samenleving. Het is geen revolutie, maar het zijn rimpelingen in de vijver. Rimpelingen die een aantal jaren geleden niet denkbaar waren. En dat geeft hoop.
Als strafpleiter weet ik maar al te goed dat mijn mening vaak niet de mening is van het grote publiek. Wij als strafadvocaten vertegenwoordigen het tegengeluid, geven tegengas. Ook in de zittingszaal. En met die argumenten van de verdedi-ging dwingen wij rechters om goed na te denken. En aldus komt een evenwichtig oordeel. Zo werkt een rechtstaat, zo functioneert het strafproces bij de aanwezig-heid van tegenspraak. U zou zelf toch niet een goed mens worden als u altijd ge-lijk zou krijgen, nooit zou worden tegengesproken? Nee, het is goed dat wordt geluisterd naar andere geluiden. Niet dat u het altijd met die andere geluiden eens moet zijn, maar u moet er in ieder geval voor open staan. Net als een rechter.
De afgelopen jaren heb ik de vijf principiële uitgangspunten op ons werk de revue laten passeren.
1. De advocaat is niet de spreekbuis van de verdachte. Wij hebben de regie, niet onze cliënt. Overigens gaat die regie vrijwel altijd in goed overleg met de cliënt.
2. Wij hebben een volstrekt éénzijdige taak, wij dienen slechts het belang van onze cliënt. Het wikken en wegen laten wij aan de rechter over.
3. Wij staan alle verdachten bij, waar zij ook van worden verdacht en wie zij ook zijn. Wij wijzen een verzoek om rechtsbijstand slechts af indien wij geen kwaliteit kunnen leveren omdat er onvoldoende capaciteit op kantoor is. Zonder kwaliteit, geen rechtsbijstand.
4. Wij nemen geen contact op met de cliënt, de cliënt neemt contact op met ons. Wij wachten dus bij de telefoon of bij de e-mail. Dat uitgangspunt wordt moeilijker, nu ook binnen onze beroepsgroep meer zogenoemde ‘cowboys’ zijn die deze regel niet hanteren.
5. Wij staan verdachten bij, geen slachtoffers of aangevers. Dat is een princi-piële beslissing. Voor slachtoffers en aangevers zijn weer andere advocaten beschikbaar.
Met deze principes is het lekker werken. Het is duidelijk. Ik heb al eerder gezegd dat de advocaten de rug recht moeten houden, niet moeten buigen voor de publie-ke druk of iets dergelijks. De rug recht geldt ook voor de zojuist genoemde princi-pes op ons kantoor. Wij zullen er niet van afwijken.
Ik heb geprobeerd om in de columns voor Omrop Fryslân het tegengeluid te laten horen. Dat zal ik ook buiten deze columns blijven doen. Wat dat aangaat bent u nog niet direct van mij af. Veel dank dat u open heeft willen staan voor het andere geluid. U moet maar denken, van een andere kijk wordt u niet minder.”