Het gerechtshof in Leeuwarden behandelt op donderdag 16 juni a.s. vanaf 9.00 uur het hoger beroep in de ‘zaak Sint Nyk’. De rechtbank veroordeelde in 2015 een 59-jarige inwoonster van Sint Nicolaasga tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden wegens zeer onvoorzichtig rijgedrag waarbij zwaar letsel is ontstaan. De officier van justitie had achttien maanden gevangenisstraf geëist.
Het openbaar ministerie stelde hoger beroep in.
Volgens de rechtbank had onze cliënte in haar woonplaats zeer onvoorzichtig gereden op 10 augustus 2014 door een groep jongeren te achtervolgen. Ze wilde deze jongeren aanspreken op hun gedrag. In de periode voor het incident waren de honden van cliënten meermalen opgeruid door jongeren. Tijdens de zoektocht naar de jongens is cliënte met haar auto een pad opgereden en heeft daarbij een tweetal jongens geraakt. Een 14-jarige jongen raakte daarbij zwaar gewond.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van achttien maanden geëist wegens poging tot doodslag. De rechtbank volgt echter het pleidooi van raadsman Tjalling van der Goot door te overwegen dat niet is vast te stellen dat cliënte bewust een groot risico heeft genomen dat de jongeren zouden worden aangereden. De rechtbank oordeelde dat er aanwijzingen zijn die de lezing van cliënte – te weten dat zij niet bewust de dood of het zware letsel van de jongens op de koop heeft toegenomen - ondersteunen. Zo blijkt dat ze snelheid heeft geminderd op het pad, dat zij mogelijk een uitwijkmanoeuvre heeft gemaakt, dat zij mogelijk kan hebben geremd en dat niet duidelijk is of een van de jongens ten val is gekomen als gevolg van de aanrijding of eerder ten val is gekomen. De rechtbank neemt in haar beslissing dat geen sprake is van opzet mee dat is vastgesteld dat er een gering snelheidsverschil was tussen de auto en de fietsers.
Cliënte heeft zich niet gerealiseerd dat er een aanzienlijk risico op de dood of zwaar letsel zou zijn. Cliënte heeft het incident altijd een triest ongeval, geen bewuste actie genoemd. De rechtbank sprak vrij van poging doodslag en het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank heeft cliënte niet alleen vrijgesproken van opzet op de dood of op zwaar lichamelijk letsel, ook de zwaarste vorm van schuld achtte de rechtbank niet bewezen. Volgens de rechtbank zijn in de rechtspraak strenge eisen gesteld aan het bewijs van deze vorm van schuld. Aan die eisen is niet voldaan. Wel achtte de rechtbank bewezen dat cliënte zeer onvoorzichtig heeft gereden. Dat oordeel is door de verdediging ook niet bestreden.
Cliënte had graag een streep onder de afwikkeling van een in haar ogen betreurenswaardig incident willen zetten. Zij was na het vonnis van de rechtbank opgelucht over het feit dat zij geen celstraf behoefde te ondergaan. Zij blijft echter verdrietig over de ernstige gevolgen voor een van de slachtoffers. Ook zij heeft deze gevolgen nimmer gewild.