Advocaat Wim Anker is columnist voor het tijdschrift Middelpunt. Dit blad verschijnt maandelijks huis aan huis in Midden Fryslân. Onderstaande column is in het blad gepubliceerd.
“Dilemma,
Enige jaren geleden werd ik benaderd door een collega uit het oosten van het land met het verzoek eens naar zijn kantoor te komen om een gecompliceerde tbs-zaak samen te bespreken.
Toen ik thuis het mij toegestuurde dossier bestudeerde, stuitte ik totaal onverwacht op een juridische dwaling. De uit Senegal afkomstige heer B. was door de rechtbank te Almelo veroordeeld voor meerdere gevallen van mishandeling. Hij sloeg in de stad Almelo willekeurige mensen in het gezicht en veroorzaakte daardoor in die stad grote onrust. Kennelijk heeft de rechtbank zich daardoor – mede – laten leiden. De rechtbank veroordeelde de heer B. tot een gevangenisstraf van vier maanden en de maatregel tbs. Volgens de wet kan tbs echter pas worden opgelegd indien op het strafbare feit minimaal een gevangenisstraf van vier jaren is gesteld. Bij mishandeling (art. 300 Sr) is dat drie jaren.
De heer B. had meer dan zeven jaren ten onrechte gedetineerd in de tbs-kliniek gezeten. Een uiterst kwalijke zaak!
Dit klemt temeer omdat iemand die tbs heeft gekregen regelmatig terug moet naar de rechtbank voor een verlenging van die maatregel. In die zeven jaren hebben meerdere rechters en of officieren van justitie de zaak onder ogen gehad.
In onderling overleg werd besloten dat ons kantoor de zaak verder zou behandelen.
Bij de eerstvolgende verlengingszitting van de tbs werd deze problematiek aan de orde gesteld en de rechter besloot al snel dat de tbs onmiddellijk moest worden beëindigd. Dan ontstaat voor de verdediging ook een dilemma. Zonneklaar was immers dat de betrokken tbs’er nog steeds een gevaar was voor de samenleving, gelet op de inhoud van de rapportages van de deskundigen.
Spoedoverleg met de tbs-kliniek, alwaar de heer B. verbleef, leverde het resultaat op dat hij daar voorlopig zou kunnen blijven. Dat was al een hele geruststelling.
Vervolgens heeft mijn (con)frère Hans een schadevergoeding geregeld via het College van Procureurs-Generaal in Den Haag. Een uitermate hoog bedrag!
Toen deed zich het probleem voor wat er met dit geldbedrag moest gebeuren. Eén ding was zeker: het was volstrekt onverantwoord om dit grote bedrag aan cliënt ter beschikking te stellen. Bij hem was sprake van meerdere stoornissen, een grote kwetsbaarheid en zwakbegaafdheid. De cliënt had al eerder te kennen gegeven terug te willen naar Senegal.
Beraad binnen kantoor leidde ertoe dat in allerijl een stichting werd opgericht met een oud-rechter uit Almelo als voorzitter. Deze stichting zou vanaf dat moment het geldbedrag voor de heer B. gaan beheren. De afspraak was dat hij iedere maand een deel in handen zou krijgen.
Enige bestuursleden van de stichting zijn meermalen naar Senegal gegaan om deze ex-tbs-gestelde te helpen bij zijn terugkeer in de samenleving. Van de schadevergoeding is ook een woning gekocht en een winkeltje, zodat de betrokkene zinvolle dagbesteding had.
Daarnaast ontving hij regelmatig medicatie, hulp, begeleiding en advies van diverse deskundigen.
Terugkijkend is er sprake van een unieke situatie. De grove rechterlijke dwaling heeft gelukkig niet het gevolg gehad dat betrokkene via de ‘plonsmethode’ is teruggekeerd naar het land van herkomst. Het verdedigingsteam heeft in deze bijzondere zaak ook oog gehad voor het belang van de samenleving.
Zoals eerder in deze rubriek beschreven dienen wij als strafadvocaten enkel en alleen het belang van de verdachte. Door bovengenoemde handelwijze is vanzelfsprekend gedacht aan de belangen van de heer B. In deze zaak moesten wij echter ook verder kijken dan alleen zijn belang!
Enige weken geleden is de stichting opgeheven en hebben we met alle bestuursleden tijdens een genoeglijk samenzijn teruggekeken op deze complexe en gevoelige zaak in een markant etablissement in … Akkrum!”