De tot levenslang veroordeelde Engelsman Daniel S. wil herziening van zijn uitspraak. Het gerechtshof in Leeuwarden legde in 2006 onze - inmiddels 54-jarige - cliënt de hoogste mogelijke straf op in verband met een moord op de Groninger leraar Gerard Meesters in 2002. Cliënt heeft het feit altijd ontkend. Cliënt overweegt thans een gang naar de Hoge Raad om een herzieningsverzoek in te dienen.
De verdediging is steeds van mening geweest dat in de deze zaak op basis van het dossier geen veroordeling had mogen volgen. Volgens haar is er een groot risico dat een onschuldige is veroordeeld. Het bewijs is (te) mager. Zo is er geen DNA van cliënt aangetroffen op de plaats van het delict. Er zijn geen schoensporen, geen vingerafdrukken of anderszins sporen die een aanwijzing voor betrokkenheid van cliënt bij de moord kunnen opleveren. Er zijn geen getuigen die cliënt of een op cliënt gelijkende persoon hebben gesignaleerd op de dag van de moord. Slechts de medeverdachte Steven B, die zelf onherroepelijk veroordeeld is wegens medeplichtigheid aan de moord tot acht jaren gevangenisstraf, heeft belastende verklaringen over cliënt afgelegd. Deze getuige heeft echter een belang om cliënt te belasten. Bovendien heeft hij in de visie van de verdediging zeer onbetrouwbaar en inconsistent verklaard. Deze inconsistentie en onbetrouwbaarheid vond, volgens de verdediging, steun in een onderzoeksrapport van prof. Van Koppen en dr. Horselenberg.
Ter zitting van het gerechtshof destijds verklaarde deze getuige enkel te blijven bij zijn eerste verklaring(en) en wilde verder geen vragen beantwoorden.
De verdediging van Daniël S., mr. Tjalling van der Goot, heeft tot dusver alle juridische wegen bewandeld om de veroordeling tot een levenslange gevangenisstraf aan te vechten. Zowel bij de Hoge Raad als het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) leverde dit geen voor onze cliënt vruchtbaar resultaat op.
Op verzoek van de verdediging is afgelopen jaar door de politie een aantal getuigen gehoord. Het betreffen getuigen die met Steven B contact hebben gehad gedurende zijn periode in het huis van bewaring. In de visie van de verdediging komen de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van Steven B. door deze getuigenverklaringen verder onder druk te staan.
Afgelopen week oordeelde het EHRM dat indien een bewezenverklaring uitsluitend of in overwegende mate is gebaseerd op de verklaring van één getuige, het recht op een eerlijk proces is geschonden indien deze getuige niet effectief kan worden ondervraagd. Dat is onder meer het geval indien de getuige zich beroept op zijn zwijgrecht of enkel verklaard te blijven bij zijn bij de politie afgelegde verklaringen. Een soortgelijke situatie doet zich in de zaak van Daniel S. ook voor.
Met het indienen van het herzieningsverzoek wordt gewacht totdat de nieuwe wet hervorming herziening ten voordele in werking is getreden. In die wet is een mogelijk geschapen om ter voorbereiding van een verzoek tot herziening de procureur-generaal bij de Hoge Raad te vragen om nader onderzoek te doen. Deze onderzoeksmogelijkheid is thans niet in de wet opgenomen. Dit nadere onderzoek zou bijvoorbeeld het horen van Steven B kunnen inhouden. Deze wet is inmiddels door de Eerste Kamer aangenomen en treedt naar verwachting in het najaar van 2012 in werking.