De rechtbank in Alkmaar heeft op 15 december jl. een 44-jarige man uit die plaats veroordeeld in de zogenaamde West-Graftdijker zedenzaak.
Ter zitting had het openbaar ministerie geëist aan onze cliënt op te leggen een gevangenisstraf van vier jaren waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar. De officier baseerde de eis op een bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
De verdediging werd gevoerd door mr. Evert van der Meer. De raadsman bepleitte vrijspraak van alle feiten, met uitzondering van één. Volgens de verdediging konden het grootste deel van de feiten niet worden bewezen vanwege het ontbreken van het wettig bewijs. In de visie van de verdediging is er geen ondersteunend bewijs voor de verschillende aangiftes in deze zaak.
De rechtbank heeft de redenering van de verdediging in een aantal gevallen gevolgd en cliënt van een aantal ten laste gelegde feiten vrijgesproken. De rechtbank heeft cliënt veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden waarvan twaalf voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar. Klik hier voor de volledige uitspraak.
Hoewel de sanctie die door de rechtbank is opgelegd nog steeds zeer fors te noemen is, wijkt het vonnis in voor cliënt gunstige zin aanzienlijk af van de eis van het OM.
Op dit moment beraadt de verdediging zich met cliënt over de mogelijkheid van hoger beroep. De termijn om appel in te stellen loopt af op 29 december a.s.