De 64-jarige Doede de Jong uit Appelscha heeft vandaag hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken in zijn zaak van de rechtbank in Leeuwarden van 25 april jl. De rechtbank veroordeelde cliënt tot een werkstraf van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van drie jaren. Volgens de rechters is bewezen dat hij in 2010 en in 2011 hennep heeft gekweekt. Daarnaast wees de rechtbank een vordering tot ontneming van voordeel toe tot een bedrag van € 233.282,--.
Het hoger beroep is ingesteld omdat de rechtbank in de visie van de verdediging de ontnemingsmaatregel onjuist heeft onderbouwd. De rechtbank is bij de berekening uitgegaan van één oogst in 2009 maar heeft ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat deze oogst volgens cliënt vrijwel geheel is mislukt. Daarnaast gaat de rechtbank uit van een te hoge gemiddelde opbrengst per plant, is geen rekening gehouden met de wisselende opbrengsten van de verschillende soorten planten en is het feit dat cliënt op biologische wijze heeft geteeld (met een daarbij horende lagere opbrengst) genegeerd.
Het hoger beroep is voorts ingesteld omdat de rechtbank op geen enkele wijze heeft meegewogen dat cliënt een principiële strijd voert tegen het in zijn ogen wankelmoedige en tweeslachtige drugsbeleid.
Raadsman mr. Tjalling van der Goot zal samen met zijn cliënt bespreken of hangende het hoger beroep reeds door het horen van deskundigen en/of getuigen nader onderzoek kan worden verricht, bijvoorbeeld ten aanzien van het door het OM gestelde verkregen voordeel.
De zaak zal te zijner tijd dienen ten overstaan van het gerechtshof in Leeuwarden. Een zittingsdatum is nog niet bekend.