Het gerechtshof in Leeuwarden heeft afgelopen week drie verdachten die betrokken waren bij de boerenprotesten in Groningen in oktober 2019 veroordeeld tot lagere straffen. Een groep boeren en sympathisanten demonstreerden bij het provinciehuis in Groningen. De deur van het provinciehuis werd daarbij geforceerd met een trekker.
Raadsman Tjalling van der Goot heeft alle drie cliënten bijgestaan.
Het hof achtte bewezen dat een 54-jarige man zich had schuldig gemaakt aan opruiing. Hij stond in een laadbak op een shovel en riep – terwijl binnen onderhandeld werd tussen vertegenwoordigers van de boeren en van de provincie- dat over enkele minuten de deur er uit zou gaan. Naar eigen zeggen om tijd te ‘kopen’ om de onrustige menigte op het terrein in toom te houden. Een onderhandelaar had vlak daarvoor tegen onze cliënt gezegd nog zo’n twee minuten nodig te hebben voor een ‘deal’. Het hof hecht geen geloof aan deze stelling en ziet de uitlating als opruiing. Gelet op de geringe rol van onze cliënt en gezien het lange tijdsverloop van de procedure is aan hem – anders dan in eerste aanleg slechts geldboete van € 1.000,- opgelegd.
De 44-jarige bestuurder van de trekker die tegen de deur van het provinciehuis reed, erkende de vernieling. De verdediging bepleitte een geldboete, een straf die normaal gesproken ook voor vernieling wordt opgelegd. Bovendien had cliënt jaren terug de schade al vergoed. Het hof legt echter een werkstraf van 40 uur op omdat het om een deur van een democratische instelling gaat. “Met zijn strafbare handelen heeft verdachte het democratisch besluitvormingsproces op ontoelaatbare wijze onder druk proberen te zetten en de wil van de demonstrerende menigte met geweld proberen af te dwingen.”
Een 35-jarige cliënt is veroordeeld voor openlijke geweldpleging tegen een bouwhek op de Vismarkt en opruiing. Hoewel cliënt geen tractor bestuurde, was hij wel bijrijder toen de tractor dor een bouwhek reed. Uit de uiterlijke verschijningsvorm leidt het hof af dat onze cliënt – hoewel hij dat zelf betwist – op de hoogte was van het voornemen van de bestuurder om een hek kapot te rijden en een significante bijdrage heeft geleverd aan het door de bestuurder toegepaste geweld. Volgens het hof heeft cliënt later op het Martinikerkhof de demonstranten opgeruid door meermalen te roepen dat de deur eruit zou gaan. Het hof heeft een werkstraf van 80 uur en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand opgelegd.
Onze 35-jarige cliënt heeft laten weten beroep in cassatie in te stellen. Daarbij zal de Hoge Raad onder de vraag moeten beantwoorden of cliënt als bijrijder – zonder dat hij invloed heeft kunnen hebben op de manoeuvres van de tractor – een voldoende bijdrage heeft geleverd aan het door de bestuurder toegepaste geweld tegen de bouwhekken. Bovendien zal de Hoge Raad zich moeten uitlaten of de verwerping van het verweer dat de geuite bewoordingen passen bij demonstratietaal en dat een veroordeling wegens opruiing strijdig is met de vrijheid van meningsuiting.
Klik hier voor de uitspraak van de 54-jarige, hier voor de uitspraak van de 44-jarige en hier voor de uitspraak van de 35-jarige cliënt.