Een 20-jarige man uit Emmen is door de rechtbank in Assen integraal vrijgesproken. Op een uitgaansavond in maart 2023 ontstond er ruzie tussen een tal beveiligers van een uitgaansgelegenheid in Emmen en het latere slachtoffer. Op camerabeelden is te zien dat de beveiligers meermalen trappen en schoppen en het slachtoffer tegen de grond werken. “Vervolgens komt verdachte van een afstandje aanrennen, loopt om het slachtoffer heen en geeft deze een harde trap tegen het bovenste deel van het lichaam.”
De rechtbank stelt vast dat onze cliënt geweld heeft gebruikt. Het slachtoffer liep door het geweld een dubbele kaakbreuk en zenuwschade in de kin op. Het OM verweet cliënt poging doodslag, zware mishandeling dan wel een poging tot zware mishandeling. De officier van justitie eiste ter zitting wegens een poging tot zware mishandeling een werkstraf van 80 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie van een maand.
Raadsman Ronald Knegt bepleitte vrijspraak. Uitgangspunt is volgens hem altijd de omschrijving door het OM van de verweten gedragingen in de tenlastelegging. Volgens de verdediging is voor poging tot doodslag noodzakelijk dat serieus rekening moet worden gehouden met het overlijden van het slachtoffer. Dat kon volgens Knegt op basis van de beelden niet worden vastgesteld. “Als er niks over de aard, intensiteit en gerichtheid van de trap gezegd kan worden of de plek waarop het slachtoffer op het hoofd is geraakt dan leidt dat in beginsel tot vrijspraak van poging doodslag.” En hoewel het letsel aanzienlijk is geweest, kan ook niet worden vastgesteld dat cliënt hiervoor verantwoordelijk was. De beveiligers hadden immers al fors geweld toegepast voordat cliënt in beeld kwam. Van zware mishandeling kan om die reden dus ook geen sprake zijn. En als niet kan worden vastgesteld dat hard tegen het lichaam is getrapt, kan evenmin – zoals ten laste was gelegd – sprake zijn van een poging tot zware mishandeling. Voor geen van de ten laste gelegde feiten was volgens de raadsman bewijs.
De rechtbank volgt de verdediging geheel en spreekt cliënt vrij. De rechtbank overweegt ten overvloede nog wel: “Hoewel de rechtbank zoals hiervoor overwogen niet komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde, acht de rechtbank de gedraging van verdachte desondanks zeer verwerpelijk en wil zij verdachte ervan doordringen dat zijn gedraging die avond ernstig en volstrekt onaanvaardbaar is. De rechtbank merkt daarbij ook nog op dat een andere tenlastelegging bijvoorbeeld van mishandeling of openlijke geweldpleging wellicht wel tot een veroordeling had kunnen leiden, en dat zij dus zeker niet van oordeel is dat dergelijk gedrag in alle gevallen straffeloos moet blijven.” Een tik op de neus van het OM dus. Indien de tenlastelegging anders was opgesteld, had dit wellicht tot een bewezenverklaring van een ander strafbaar feit kunnen leiden.
Dus ook indien vaststaat dat sprake is geweest een strafbare handeling, betekent dit dus niet automatisch dat ook een veroordeling volgt. Daarvoor blijft essentieel hoe het OM het verwijt omschrijft. Het is aan de verdediging om deze tenlastelegging kritisch te bestuderen en de rechtbank op eventuele onvolkomenheden te wijzen. Gespecialiseerde rechtsbijstand is in alle strafzaken van belang.
Klik hier voor de uitspraak.
Klik hier voor een nieuwsbericht op de website van RTV Drenthe.