Op zondag 21 december jl. is door Omrop Fryslân de maandelijkse (Friestalige) gesproken column van Tjalling van der Goot uitgezonden.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
"Als ik het voor het zeggen had…..het andere strafrecht in 2015.
Aan het einde van een jaar is het tijd om terug te kijken. Mij is de vraag gesteld om een beschouwing te wijden aan het afgelopen jaar op het gebied van het strafrecht. Als u mij zou vragen wat ik zou willen veranderen als ik het voor het zeggen zou hebben, dan kom ik in ieder geval op de volgende punten:
1. Er zijn in het verleden wetten ingevoerd waar niet goed over is nagedacht of die in de praktijk niet blijken te werken. Een voorbeeld is de wet die het onmogelijk maakt om in gewelds- en zedenzaken een werkstraf op te leggen en die verbiedt dat iemand twee keer binnen vijf jaar een werkstraf opgelegd krijgt. Het is een wet waar rechters, officieren van justitie en advocaten niet meer uit de voeten kunnen. Ik zou deze wet schrappen.
2. Als door de politie fouten zijn gemaakt, wordt dat – kort gezegd – niet meer afgestraft. Als de politie bijvoorbeeld zonder recht een woning binnen gaat en de politieagenten treffen bijvoorbeeld een hennepkwekerij aan, dan oordeelt de Hoge Raad dat bij dergelijke fouten de compensatie moet worden gevonden in een korting op de op te leggen straf. Dat is mijn ogen een premie voor de politie om het de volgende keer ook weer zo te doen. Ik zou weer invoeren dat hetgeen de politie onrechtmatig aantreft niet mag meetellen voor het bewijs. Dat gaat wellicht één keer fout, maar daarna maakt de politie deze fout niet nog eens. De wet is er immers voor iedereen.
3. Wat mij betreft zou er weer een straf moeten worden gezet op onnodige vertraging bij de berechting. Als het bijvoorbeeld drie jaar duurt voordat een zaak bij de rechter komt, oordeelt de Hoge Raad dat dit nadeel hooguit kan leiden tot een lagere straf. In mijn ogen moet het Openbaar Ministerie het recht om te vervolgen dan verliezen. Anders is er geen prikkel meer voor de officier van justitie om de zaak voortvarend ter hand te nemen.
4. In 2014 hebben de minister en de staatssecretaris opnieuw aangegeven dat een levenslange gevangenisstraf echt een leven lang is. Dat is in strijd met het Europese recht. Ik zou een toets na 20 jaar in de wet opnemen om in ieder geval te bekijken of er een kans is dat een veroordeelde onder voorwaarden en op termijn in vrijheid gesteld zou kunnen worden. Dat is humaan.
5. Het aantal zaken dat het Openbaar Ministerie zelf afdoet stijgt elk jaar. Dit jaar zal dat niet anders zijn. De rol van de advocaat daarbij is erg klein. Verdachten worden bovendien niet goed voorgelicht over de consequenties van een eventuele straf. Er worden ook straffen opgelegd in zaken waarin later blijkt, zodra een advocaat bij de zaak betrokken wordt of door een veroordeelde verzet is gedaan, dat het bewijs niet te leveren is. Snelheid ten koste van zorgvuldigheid. Als ik de baas zou zijn, zou ik rechtspraak slechts overlaten aan onafhankelijke rechters. ZSM, zoals het project van het Openbaar Ministerie heet, dus afschaffen.
6. Bij het rijden onder invloed mag een officier van justitie het rijbewijs hangende de strafzaak voor maanden inhouden. De officier van justitie schat op basis van zijn eigen richtlijnen in welke straf later wordt opgelegd en houdt het rijbewijs in ieder geval gedurende de periode van door hem ingeschatte hoogte van de rijontzegging in. De richtlijnen van het Openbaar Ministerie zijn echter veel zwaarder dan de oriëntatiepunten van rechters. Rijbewijzen worden dus vaak ten onrechte ingehouden. Dat moet anders. Officieren zullen in het nieuwe jaar hun beslissingen over de voorlopige inhouding van het rijbewijs moeten nemen op basis van de uitgangspunten van rechters. Dat is rechtvaardig.
7. Maar er is meer. Zo is het alcoholslot veel besproken het afgelopen jaar. Ik zou dit afschaffen als dat kon. Het spreekrecht voor slachtoffers moet niet worden uitgebreid naar het bewijs en de hoogte van de straf, zoals een wetsvoorstel wil regelen. Geen eigen bijdrage in de kosten van de eigen detentie, zoals een wetsvoorstel regelt. Bovendien zou ik het voorstel om een gevangenisstraf direct na het vonnis in eerste aanleg alvast uit te zitten, ook al wordt hoger beroep ingesteld, afschieten.
Ik ben advocaat en geen minister en ook geen Hoge Raad. Ik heb het niet voor het zeggen. Voor veel mensen is dat maar beter ook. Het is echter wel goed dat het tij, het klimaat van harder, zwaarder, strenger én van snelheid boven zorgvuldigheid wordt gekeerd. Misschien kan ik daar het beste voor vechten als advocaat. Ook daarom is het zo’n mooi beroep.
Ik wens u een goed 2015!"